6 Inbedrijfstelling
1
Afb. 6.2 Automatische ontluchter
• Maak de kap van de snelontluchter (1) met één tot
twee slagen los (het toestel ontlucht zich tijdens de
continuwerking automatisch via de snelontluchter).
• Open alle thermostaatkranen van de installatie.
• Verbind de vul-/aftapkraan van het systeem volgens de
voorschriften met een koudwaterkraan.
h
Aanwijzing
Om het gebruik van de installatie met een te
kleine hoeveelheid water te vermijden en om te
voorkomen dat daardoor schade ontstaat, be-
schikt het toestel over een waterdruksensor.
Deze signaleert bij onderschrijding van 0,6 bar
het druktekort als op de display de drukwaarde
knipperend wordt weergegeven. Bij daling van
de druk onder de 0,3 bar schakelt het toestel
uit. Op het display verschijnt de storingsmel-
ding F.22 ("Watergebrek"). Om het toestel weer
in werking te nemen, moet het systeem eerst
met water worden gevuld. Dit is ook het geval,
als u het nog lege toestel inschakelt. Bij het
vullen verdwijnt de weergave dan automatisch.
Attentie!
a
Bij vaak voorkomende drukdaling moet u de oor-
zaak voor het verlies van CV-water vaststellen
en verhelpen.
• Draai de vul-/aftapkraan en de waterkraan langzaam
open en vul zolang water bij tot bij de manometer
resp. op het display de vereiste systeemdruk is bereikt.
• Sluit de waterkraan.
Aanwijzing
h
Gebruik voor het ontluchten van het CV-toestel
het testprogramma P.0: Het toestel treedt niet
in werking. De in het toestel geïntegreerde
pomp loopt intermitterend en ontlucht het toe-
stelcircuit. De druk wordt digitaal aangegeven.
Om het ontluchten correct uit te kunnen voe-
ren, zorgt u er tijdens de ontluchting voor dat
de systeemdruk niet beneden 0,8 bar daalt. Het
ontluchtingsprogramma loopt ca. 6,5 minuten.
22
• Ontlucht alle radiatoren.
• Controleer daarna nogmaals de waterdruk van het sys-
teem.
a
Attentie!
Bevindt er zich na afloop van het ontluchtings-
programma nog teveel lucht in het systeem, dan
moet het programma opnieuw worden gestart!
Na beëindiging van het vullen moet de systeem-
druk ten minste 0,2 bar boven de tegendruk van
het expansievat liggen (P
0,2 bar).
• Controleer alle aansluitingen op lekkages.
Aanwijzing
h
Bij de start van het toestel kan er zich op grond
van een nogmaals dalende druk wederom een
onderhouds- of storingsmelding voordoen. Deze
verdwijnt automatisch bij het bijvullen van het
toestel.
6.1.3
Condenswatersifon vullen
Condenswatersifon
Afb. 6.3
Gevaar!
d
Als het toestel wordt gebruikt met lege con-
denswatersifon, bestaat het gevaar van vergifti-
ging door naar buiten stromende rookgassen.
Vul daarom beslist voor de inbedrijfstelling de
sifon zoals hieronder beschreven.
• Schroef het onderstuk (1) van de condenswatersifon af.
• Vul het onderstuk voor ca. 3/4 met water.
• Schroef het onderstuk weer aan de condenswatersifon.
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC plus 0020214504_00
P
+
systeem
expansievat
1
vullen