Aanwijzing
h
Let erop dat eventueel zwaartekrachtremmen of
mengcircuits nodig zijn, om dwarsstromingen
naar andere circuits of invloeden van de hoge
temperatuur van het laadcircuit tegen te gaan.
8
9
L
N
3
4
5
X14
1
X6
Afb. 5.6 Elektrische aansluiting boilerlaadpomp en externe
CV-pomp
Legenda
1
Stekkerplaats voor boilerlaadpomp
2 Stekkerplaats voor externe CV-pomp
Gebruik voor de elektrische aansluiting de relevante,
aangebrachte ProE-stekkers.
Voor inbedrijfstelling van de boilerlaadpomp hoeft geen
diagnosepunt te worden ingesteld. De stekkerplaats op
de printplaat (1) is gereserveerd voor deze pomp.
Om de grijze stekker (2) (hulprelais) met de functie "ex-
terne CV-pomp" te bezetten, moet het diagnosepunt
"d.26" van het 2e diagnoseniveau op de waarde 2 wor-
den ingesteld, zie paragraaf 9.1.2.
5.4
Gasaansluiting
Gevaar!
d
Gevaar voor persoonlijk letsel en/of materiële
schade door onvakkundige installatie!
De Vaillant ecoTEC plus mag alleen geïnstal-
leerd worden door een erkend installateur. Deze
is ook verantwoordelijk voor de deskundige in-
stallatie en de eerste inbedrijfstelling. Daarbij
moeten de wettelijke richtlijnen en de plaatselij-
ke voorschriften van het energiebedrijf in acht
worden genomen.
Attentie!
a
Let erop dat de gasleiding zonder mechanische
spanningen wordt gemonteerd, zodat er geen
lekkages ontstaan!
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC plus 0020214504_00
X18
X13
X11
Attentie!
a
Mogelijke beschadiging van het gasblok door
een te hoge testdruk of te hoge werkdruk!
U mag de gasklep slechts op lekkages controle-
ren met een maximale druk van 110 mbar! De
werkdruk mag niet hoger zijn dan 60 mbar!
Aanwijzing
h
Vermijd na de gasteller een reductie van de gas-
leidingdimensie, houd tot aan het toestel dezelf-
2
de dimensie aan. Kies de juiste gaskraan.
Bij gebruik van een stromingsbeveiliging moet
de eerstvolgende grotere buisdoorsnede worden
gekozen.
Afb. 5.7 Gasaansluiting monteren
U moet het toestel via een gaskraan met brandbeveili-
ging aansluiten op de gasleiding in huis.
• Blaas vooraf de gasleiding schoon. Daardoor worden
beschadigingen aan het toestel vermeden.
• Schroef de gastoevoerleiding (1) van het toestel gas-
dicht vast aan de (voorgeïnstalleerde) gaskraan. Ge-
bruik hiervoor de bij het toestel meegeleverde klem-
koppeling G 1.
• Ontlucht de gasleiding vóór inbedrijfstelling.
• Controleer de gasaansluiting op lekkages.
Installatie 5
1
13