83055344 1/2020-01 La
Montage- en bedieningsvoorschrift
Gasbrander WG10.../1-D Z-LN
3. Ontstekingsbelasting inregelen
Verbrandingswaarde bij de ontstekingsbelasting controleren.
O
-gehalte van 4 ... 5 % via de gasvlinderklepschroef 1 instellen.
2
3
2
1
4. Vollast inregelen
Afhankelijk van de gekozen belasting in het insteldiagram, variant 1 of 2 kiezen:
insteldiagram
servomotor
stuwplaat
verbranding instellen via:
belasting instellen via:
Warmtevraag voor vollast aanwezig (contact T6/T8 gesloten).
4-polige stekker erin steken.
De brander loopt naar vollast.
Bij het inregelen, de vermogengegevens van de ketelfabrikant en het
werkingsgebied van de brander in acht nemen [hfst. 3.4.6].
Variant 1
Als de luchtkleppositie gewijzigd wordt, moet de vollast verlaten worden. Een
wijziging van de luchtkleppositie voor vollast moet in kleinlast uitgevoerd worden.
CO-gehalte van de verbranding controleren en evt. de verbrandingswaarden via
de insteldruk op het multiblok aanpassen.
Benodigde gashoeveelheid (bedrijfsvolume V
Luchtkleppositie ST2 optimaliseren tot de gashoeveelheid (V
Verbrandingswaarden controleren.
De verbrandingsgrens bepalen en de luchtovermaat via de insteldruk op het
multiblok instellen [hfst. 7.5].
Gashoeveelheid opnieuw meten evt. aanpassen.
Luchtovermaat opnieuw instellen.
Variant 2
CO-gehalte van de verbranding controleren en evt. de verbrandingswaarde via
de stuwplaat aanpassen.
Benodigde gashoeveelheid (bedrijfsvolume V
Insteldruk optimaliseren tot gashoeveelheid (V
Verbrandingswaarden controleren.
Verbrandingsgrens bepalen en de luchtovermaat via de stuwplaat instellen
[hfst. 7.5].
Gashoeveelheid opnieuw meten evt. aanpassen.
Luchtovermaat opnieuw instellen.
43-96
Variant 1
kleiner dan 80°
0 mm
insteldruk multiblok
luchtkleppositie ST2
) berekenen [hfst. 7.6].
B
) berekenen [hfst. 7.6].
B
) bereikt is.
B
7 Inbedrijfstelling
Variant 2
groter dan 80°
groter dan 0 mm
stuwplaat
insteldruk multiblok
) bereikt is.
B