3 Productbeschrijving
83051244 1/2020-01 La
Montage- en bedieningsvoorschrift
Gasbrander WG5.../1-A LN
3.3.4 Programmaverloop
Voorventilatie zonder servomotor
Bij warmtevraag start na de initialisatietijd (T
gasdrukschakelaar de brandermotor.
Tijdens de voorventilatietijd (T
Voorventilatie met servomotor (optie)
Bij warmtevraag loopt de servomotor, na de initialisatietijd (TI), open.
Als de eindschakelaar (S2) gesloten is, start bij geschakelde min.
gasdrukschakelaar de brandermotor.
Tijdens de voorventilatietijd (T
Ontsteking
Voor einde van de voorventilatietijd (T
De ontsteking start.
Brandstofvrijgave
Na de voorontstekingstijd (T
brandstof vrijgegeven.
Veiligheidstijd
Met de brandstofvrijgave begint de veiligheids- (T
Binnen de veiligheidstijd (T
Bedrijf
Via de ionisatie-elektrode controleert de brandermanager het vlamsignaal.
Naventilatie
Als er geen warmtevraag meer is, sluit de dubbele gasklep (K32) en stopt de
brandstoftoevoer.
De naventilatietijd (T
) begint.
N
Na de naventilatietijd (T
) schakelt de brandermotor uit.
N
12-88
) en bij geschakelde min.
I
) schakelt de luchtdrukschakelaar.
V
) schakelt de luchtdrukschakelaar.
V
) begint de voorontstekingstijd (T
V
) opent de dubbele gasklep (K32) en wordt de
VZ
) en naontstekingstijd (T
S
) moet het vlamsignaal aanwezig zijn.
S
).
VZ
).
NZ