7 Inbedrijfstelling
83054644 1/2020-01 La
Montage- en bedieningsvoorschrift
Gasbrander WG20.../1-C Z-LN
5. Kleinlast inregelen
De volgende stappen moeten alleen bij 2-traps bedrijf uitgevoerd worden. Bij
1-traps bedrijf met stap 7 verdergaan.
Indien de luchtkleppositie gewijzigde wordt, moet de kleinlast verlaten worden. Een
wijziging van de luchtkleppositie voor kleinlast moet in vollast uitgevoerd worden.
Kleinlast definiëren, daarbij:
gegevens van de ketelfabrikant in acht nemen,
werkingsgebied van de brander in acht nemen [hfst. 3.4.6].
Kleinlast via de eindschakelaar ST1 instellen.
4-polige aansluitstekker eruit trekken.
Brander loopt naar kleinlast.
Verbrandingswaarden controleren.
Verbrandingsgrens bepalen en evt. de luchtovermaat via de
gasvlinderklepschroeven opnieuw instellen.
Effectief bereik van de gasvlinderklepschroeven in acht nemen.
Schroef
3
2
1
Fabrieksinstelling: 3 omwentelingen OPEN.
3
2
1
Gashoeveelheid bepalen en evt. aanpassen.
Luchtovermaat opnieuw instellen.
6. Vollast controleren
Wijzigingen van de gasinstelschroeven in kleinlast kunnen tot een verandering van
de verbranding in vollast leiden.
Naar vollast sturen.
Verbrandingswaarden controleren en evt. via de gasinstelschroeven
optimaliseren, daarbij het effectief bereik van de gasvlinderklepschroeven in acht
nemen.
44-96
Effectief bereik
50° ... 80°
20° ... 50°
0° ... 20°