Inhoudsopgave
Advertenties
3
2
1
6
Afb. Luchtfilter
1. Klemmen
2. Deksel
3. Hoofdfilter
4. Veiligheidsfilter
5. Filterbehuizing
6. Stofklep
Afb.
Binnenkant
uitlaatpijp
68
Het aanhaalkoppel van de wielmoeren
controleren
Controleer het aanhaalkoppel van de wielmoeren (1): dit moet
204 Nm (47 kpm) zijn.
Controleer alle moeren op alle wielen (dit geldt alleen voor
nieuwe machines of nieuw geplaatste wielen).
Afb. Wiel
1. Moeren
De luchtfilterelementen voor de motor
controleren en reinigen
1.
Maak de klemmen (1) los, verwijder het deksel (2) en het
hoofdfilter (3).
2. Reinig indien nodig het luchtfilter volgens de instructies op
deze pagina.
3.
Plaats bij het vervangen van het hoofdfilter (3) een nieuw
filter en volg de instructies in omgekeerde volgorde om de
onderdelen van het luchtfilter te
4
5
4.
Controleer de staat van de stofklep (6) en vervang deze
indien
5. Zorg er bij het terugplaatsen van de kap voor dat de
stofklep omlaag geplaatst is.
Volg de onderstaande instructies om het luchtfilter te reinigen.
1. Reinig de binnenkant van het deksel en de filterbehuizing.
2.
Reinig ook de oppervlakken van de uitlaatpijp, zoals
aangegeven op de
Buitenkant
uitlaatpijp
4812317313NL
Gepland onderhoud
Vervang het
hoofdfilterelement als het
bijbehorende waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel brandt wanneer de motor op
volle toeren
draait.
Verwijder het veiligheidsfilter (4) niet.
nodig.
Vervang het
secundaire filter na elke vijf keer dat
het hoofdfilter is
gebruikt.
afbeelding.
Controleer of de slangklemmen tussen de
filterbehuizing en de inlaatslang aangehaald zijn en
of de slangen intact zijn. Controleer het hele
slangsysteem tot aan de
monteren.
motor.
2016-08-26
Advertenties
Inhoudsopgave
