2
Afb. Brandstoftank
1 Tankdop
2 Bijvulpijp
Afb. Stofklep
66
De brandstoftank vullen
1
De bezinespuit en de tankdop bevinden zich voor het
chauffeursplatform aan de linkerkant van de
Controleer de brandstoftank dagelijks voordat u met uw
werkzaamheden begint, of vul de tank aan het einde van de
werkdag bij.
Verwijder de tankdop (1) en controleer het brandstofpeil.
De brandstoftank heeft een inhoud van 215 liter.
het motorhandboek voor meer informatie over
brandstofkwaliteit.
De stofklep reinigen (Tier IV)
De stofklep moet dagelijks na afloop van de werkzaamheden
worden gereinigd. Druk op de klep, verwijder al het stof en laat
vervolgens de klep los.
Raadpleeg voor meer informatie het motorhandboek en
de onderhoudsinstructies..
4812317313NL
Gepland onderhoud
Vul nooit een draaiende motor bij. Rook niet en
mors geen benzine.
Voor het bijvullen parkeert u de machine op
een veilige, vlakke ondergrond. Schakel de
motor uit en aard de benzinespuit door deze
tegen een niet geïsoleerd deel van het chassis
te houden voordat u begint met het bijvullen.
Zorg dat de benzinespuit tijdens het bijvullen
contact houdt met de bijvulpijp. Gebruik altijd
de door Atlas Copco aanbevolen brandstof.
Vervuilde brandstof of brandstof van slechte
kwaliteit kan schade aan de onderdelen van het
injectie- en motorsysteem veroorzaken. Eventuele
reparaties die als gevolg hiervan moeten worden
uitgevoerd, vallen NIET onder de garantie.
machine.
Raadpleeg
2016-08-26