Voor eenvoudige serialisering:
3. Zorg dat de cursor in het veld Startwaarde van Volgorde 1 staat en voer de startwaarde van de
volgorde in.
Als de startwaarde groter is dan de eindwaarde, worden de stappen van de volgorde
automatisch in aflopende richting uitgevoerd.
4. Typ in het veld Eindwaarde de eindwaarde van de volgorde.
5. Typ in het veld Verhogen met de wijzigingswaarde.
6. Als u klaar bent, selecteert u OK.
Voor serialisering met meerdere volgorders, weergegeven op verschillende locaties op het
label:
7. Volg stap 1 t/m 6 hierboven.
8. Ga op het scherm naar de plaats van de volgende volgorde (cursorpositie) op het label. (Sla
deze stap over als u een gecombineerde serialisering maakt die bij dezelfde cursorpositie op
het label wordt weergegeven.)
9. Druk op Serial (Serie).
De vorige serialiseringswaarden worden weergegeven in het dialoogvenster dat verschijnt.
10. Ga naar het selectievakje Volgende 2 toevoegen en druk op Enter.
11. Voer in Volgende 2 de begin- en eindwaarden voor die reeks en de toename in.
Voor verbonden (gekoppelde) serialisering:
Opmerking: Verbonden serialiseringen hoeven niet op dezelfde positie op het label te worden
12. Tik op het selectievakje Linked (Gekoppeld) om te activeren.
13. Tik op OK.
®
BMP
61 Gebruikershandleiding
weergegeven. Ze kunnen zich op verschillende posities op het label bevinden.
Opmaak
Serialisering
51