Het modelnummer van het apparaat.
⑤ Apparaatnaam
Toont de apparaatnaam die op het tabblad 'Configuration' is gedefinieerd of de naam van het kanaal die op het tabblad
'Monitor' is gedefinieerd.
⑥ IP-adres
Geeft het IP-adres van het besturingsnetwerk (Shure-bedieningsgegevens) weer.
⑦ IP-adres voor netwerkaudio
Geeft het IP-adres van de netwerkaudio-aansluiting (Dante-gegevens voor digitale audio) weer.
⑧ Accuvermogen
Het percentage van de laadcapaciteit van de microfoon ten opzichte van een nieuwe accu.
⑨ Aantal cycli
Aantal door de accu geregistreerde laadcycli.
⑩ Firmwareversie
Geeft de firmwareversie van het apparaat weer.
⑪ Apparaateigenschappen
Opent een venster waarin de eigenschappen van een specifiek apparaat kunnen worden bewerkt. De knop is geel als de
eigenschappen van een apparaat zijn bewerkt. De wijzigingen kunnen worden toegepast of geannuleerd via de knop 'Pen-
ding Changes' op het tabblad 'Utility'.
⑫ Knoppen voor niet-doorgevoerde wijzigingen
Deze knoppen passen wijzigingen in de apparaateigenschappen toe of annuleren deze:
◦
Apply All: bevestig alle updates in de apparaateigenschappen en voert deze uit. De computer kan mogelijk tijdelijk geen
verbinding maken met de bedieningssoftware.
◦
Cancel All: wist alle niet-opgeslagen wijzigingen in de apparaateigenschappen.
Apparaateigenschappen
Bewerk de instellingen voor elk apparaat via het venster "Device Properties" op het tabblad "Utility". De apparaateigenschap-
pen worden afzonderlijk bewerkt, maar u kunt ze massaal voor de apparaten uploaden door de knop Apply All op het tabblad
"Utility" te selecteren. Zo garandeert u dat de wijzigingen op de juiste manier binnen het netwerk worden toegepast.
Afhankelijk van de mogelijkheden van het apparaat kunnen bepaalde instellingen variëren.
Shure Incorporated
73/103