5.
Open 'Device Properties' voor de aangrenzende APT2 of APT4.
6.
Stel de eenheid in op modus B (Device Properties > RF Mode Settings > RF Coordination Mode).
7.
Selecteer 'Add Updates' om de instellingen op te slaan en het venster te sluiten.
8.
Controleer of aanvullende APT's zijn ingesteld op afwisselende modi voor RF-coördinatie.
9.
Selecteer de knop 'Apply All' op de pagina 'Utility' om alle apparaatinstellingen bij te werken.
Netwerken
Beste praktijken voor het netwerk
Maak gebruik van de volgende beste praktijken bij het opzetten van een netwerk om een betrouwbare communicatie te waar-
borgen:
•
Gebruik altijd een sternetwerktopologie voor het rechtstreeks verbinden van onderdelen met de switch of router.
•
Sluit MXW-netwerksystemen aan op hetzelfde netwerk en stel hetzelfde subnet in. Dit garandeert de beste systeempres-
taties en het maximale aantal microfoons.
•
Gebruik slechts één DHCP-server per netwerk. Schakel DHCP-adressering op aanvullende servers uit.
•
Schakel de switch en DHCP-server in voordat u de MXW-apparatuur inschakelt.
•
Om het netwerk uit te breiden, gebruikt u meerdere ethernetswitches in een stertopologie.
•
Sluit elk apparaat rechtstreeks aan op de poort van een ethernet-switch. Voer in grotere netwerken geen 'daisy-chaining'
voor aansluitingen van apparaten op ethernetpoorten uit.
•
Verbind netwerkverbindingen niet door.
•
Alle apparaten moeten hetzelfde firmware-revisieniveau hebben.
Configuring IP Settings
Go to the Utility tab of the control software to manage the IP configurations of each network interface. By default, they are set
to Automatic (DHCP) mode. DHCP mode enables the devices to accept IP settings from a DHCP server, or automatically fall
back to Link-Local settings when no DHCP is available. To manually set the IP address of an interface, select Manual (Static).
Shure Incorporated
58/103