1. Ga naar het tabblad
'Configuratie'
2. Selecteer de zendont
vanger van het toegangs
punt (APT) voor groep 1
3. Selecteer de oplaadstati
ons met netwerkfunctie
4. Selecteer de audiouit
gangapparaten
Opmerking: gegevens van de componentgroep en microfoonkoppeling worden permanent op elk apparaat opgeslagen. Als het MXW-systeem wordt uitge-
schakeld en vervolgens zonder computer opnieuw wordt opgestart, blijven de apparaten aan het toegangspunt gekoppeld.
Wijs de apparaten toe aan groepen via het tabblad 'Configuratie' in de MXW-bedieningssoft-
ware.
Selecteer een APT om het aantal kanalen in de groep vast te stellen (2, 4 of 8).
Groep 1 gebruikt automatisch de APT die in de lijst met apparaten geopend is. Andere APT's in het netwerk (en
daarbuiten) kunnen worden gebruikt om extra groepen te maken.
Selecteer een of twee oplaadstations met netwerkfuncties (NCS) voor het toegangspunt. Er
kan een extra oplader aan de groep worden toegevoegd:
•
Als u meerdere kleine opladers gebruikt om het aantal kanalen van de groep te vullen,
zoals twee opladers met 4 kanalen voor een groep met 8 kanalen.
•
Als u zwanenhalsmicrofoons gebruikt. Zwanenhalsmicrofoons bezetten de sleuven aan
de voor- en achterkant van een oplader, waardoor het aantal beschikbare sleuven wordt
gehalveerd. Er zijn bijvoorbeeld twee opladers met acht kanalen nodig om een toe-
gangspunt met acht kanalen te vullen met zwanenhalsmicrofoons;
Selecteer een of twee audio-uitgangapparaten (MXWANI of SCM820) om de digitale audio-
kanalen automatisch vanaf het toegangspunt te routeren. Maak een keuze uit de volgende
apparaten:
•
Audionetwerkaansluiting (MXWANI) met vier of acht kanalen.
•
Shure SCM820 IntelliMix -mixer. SCM820-uitvoeringen met Dante kunnen als audio-uit-
gang voor de groep worden geselecteerd. Daardoor wordt de hulpingang van de
SCM820 automatisch naar de microfoons gerouteerd voor persoonlijke bewaking (hulp-
kanaal links van SCM820 naar MXW-kanalen 1-4; hulpkanaal rechts naar MXW-kana-
len 5-8).
®
Shure Incorporated
42/103