Beknopte installatiegids
00825-0111-4793, Rev BA
juli 2003
Flow-specifieke blokconfiguratie
AI-blok
Het analoge ingang (AI)-functieblok vormt de voornaamste interface
tussen het meetsysteem en de regel en/of bewakingssystemen. Om
het instrument op de juiste manier te configureren moeten drie para-
meters worden ingesteld voor een correcte interactie tussen het
AI-blok en het transducerblok.
1. De parameter CHANNEL (kanaal) bepaalt welke transducer-
blok-meting wordt gebruikt door het AI-blok. Er is in de 8742C
magnetische flowmeter-transmitter slechts één kanaal beschik-
baar: AI1.CHANNEL = 1 (flow).
2. De tweede parameter is de XD_SCALE.UNITS_INDX. De stan-
daardconfiguratie is foot per seconde (ft/s).
3. Tot slot, aangezien de flow-eenheid van het transducerblok zich in
de juiste meeteenheid bevindt, wordt L_TYPE geconfigureerd als
Direct. L_TYPE kan Direct of Indirect zijn.
Algemene blokconfiguratie
Over het algemeen beschikken alleen het transducerblok en het
AI-blok over configuraties voor flow-specifieke parameters. Alle
andere functieblokken worden geconfigureerd door het AI-blok met
andere blokken te verbinden die worden gebruikt voor regel- of bewa-
kingstoepassingen.
N.B.
Raadpleeg de F
00809-0100-4783, voor meer informatie over configureren en probleem-
oplossing van het AI-blok.
-fieldbus blokproducthandleiding, publicatie
OUNDATION
Rosemount
8742C/8700 serie