Beknopte installatiegids
00825-0111-4793, Rev BA
juli 2003
Afbeelding 12. Aarding met aardelektrodes
S
6: B
TAP
Kabel- en doorvoerbuis-aansluitingen
De aansluitkast van zowel de meetbuis als de transmitter heeft een
opening voor 20 mm (¾-inch) NPT-doorvoerbuis-aansluitingen. Bij het
maken van deze aansluitingen moeten de plaatselijke elektriciteitsvoor-
schriften of die van de fabriek gevolgd worden. Ongebruikte openingen
moeten worden afgedicht met metalen blindstoppen. Een juiste elektri-
sche installatie is vereist om meetfouten als gevolg van elektrische ruis
en interferentie te voorkomen. Aparte doorvoerbuizen voor de twee
kabels zijn niet vereist, maar wel een exclusieve doorvoerbuis tussen
elke transmitter en meetbuis. Voor de beste resultaten in een omgeving
met veel elektrische ruis moet afgeschermde kabel gebruikt worden.
Doorvoerbuiskabels
Leg kabel van de juiste doorsnede door de doorvoerbuis-aansluitingen
van uw magnetische flowmetersysteem. Leg de voedingskabel van de
voedingsbron naar de transmitter. Leg de kabels van de spoelaandrij-
ving en de elektrodes van de flowmeter naar de transmitter. Bewerk de
uiteinden van de spoelaandrijvings- en elektrodekabels zoals afge-
beeld in afbeelding 13. Laat maximaal 1 inch onafgeschermde draad
open bij zowel de spoelaandrijvings- als de elektrodekabels. Te lange
draden en kabels zonder afscherming kunnen elektrische ruis veroor-
zaken, met onstabiele meetresultaten als gevolg.
EDRADING
Rosemount
8742C/8700 serie
aarde