Besturen van de machine
Met de stuurknop (12) in combinatie met
de rijhendel (11) kunt u alle nodige stuur-
bewegingen uitvoeren.
Draaien op de plaats
De draairichting stelt u in met de tuimel-
schakelaar (10).
De potentiometer (9) voor de werk-snel-
heid mag hierbij niet op „0" staan.
Wanneer u nu de stuurknop en de rijhen-
del bedient bij lopende motor, draait de
machine op de plaats.
11
9
12
10
Element2_KC.cdr,Element3a_KC.cdr,
D 22