MIDI FUNCTIES
FUNCTIEPARAMETERS — MIDI
In de functieparameters vindt u extra, meer gedetailleerde MIDI-instellin-
gen voor de PortaTone. Deze instellingen bevatten:
• Remote Channel
• Keyboard Out
• Accompaniment Out
1
Roep de functiemode op.
Druk op de FUNCTION knop.
2
Kies de gewenste functieparameter.
Gebruik, terwijl de "FUNCTION" indicatie knippert, het numerieke toetsen-
bord om het gewenste MIDI functieparameternummer (81 - 87) te selecte-
ren. (Zie voor details het "Parameters" overzicht hierna.)
Functieparameternummers kunnen op dezelfde wijze worden geselecteerd
als bij de voices (zie blz.28) — met het numerieke toetsenbord, de +/-
knoppen of de FUNCTION knop.
3
Verander de parameterinstelling of waarde.
Gebruik, als de "FUNCTION" indicator niet meer knippert, het numerieke
toetsenbord om de waarde of instelling te wijzigen.
Terugroepen van de standaardwaarde
Als u de parameterinstellingen hebt gewijzigd, kunt u direct de standaard-
waarde weer oproepen door beide +/- knoppen gelijktijdig in te drukken.
4
Stel desgewenst andere parameters in.
Herhaal, om andere parameters te selecteren en in te stellen, stap 1 - 3 hierboven.
5
Verlaat de functiemode.
Als u alle gewenste instellingen heeft gemaakt, drukt u op één van de
andere mode knoppen (SONG, STYLE of VOICE).
106
• Local Control
• External Clock
• Initial Setup Send
RemoteCh
F81
STYLE
FUNCTION
BELANGRIJK
• Aangezien de
"FUNCTION" indicator
slechts enkele seconden
knippert, dient u de
parameter snel na stap 1
hiervoor te selecteren.
OPMERKING
De MIDI instellingen
hiernaast worden onthou-
den, zelfs als de PSR-340 op
Standby wordt gezet. De
MIDI instellingen maken
echter GEEN deel uit van de
gegevens die in de Userbank
met de One Touch Setting
worden opgeslagen (blz.
72).