9. Draai de moer los die tegen de gaffel is bevestigd
(Figuur 49).
10. Verwijder de koppeling van de hulparm en draai aan
de koppeling om de lengte aan te passen.
11. Steek de koppeling in de hulparm en bevestig het
geheel met de R-pen (Figuur 50).
12. Controleer of de hulparm de aanslagen op de juiste
manier raakt.
Veiligheidsschakelaar van de aftakas
afstellen
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3. Schakel de aftakas uit. Controleer of de hulparm
tegen de voorste aanslag rust.
4. Stel indien nodig de veiligheidsschakelaar af door
de bouten los te draaien waarmee de beugel van de
schakelaar is bevestigd (Figuur 51).
5. Verplaats de montagebeugel totdat de haakse hendel
de plunjer 6 mm indrukt.
6.
Opmerking: Zorg ervoor dat de haakse hendel
de behuizing van de schakelaar niet raakt omdat
er anders schade aan de schakelaar kan ontstaan
(Figuur 51).
Draai de montagebeugel van de schakelaar vast.
Figuur 51
1. Haakse hendel
2. Bouten en moeren
3. Montagebeugel van
schakelaar
4. Behuizing van schakelaar
Onderhoud hydraulisch
systeem
Onderhoud van het
hydraulische systeem
Hydraulische vloeistof controleren
Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren
Om de 25 bedrijfsuren
Type vloeistof: Mobil 1 15W-50 synthetische motorolie
of gelijkwaardige synthetische olie.
Belangrijk: Gebruik de voorgeschreven vloeistof
of een gelijkwaardig product. Andere vloeistoffen
kunnen schade aan het systeem veroorzaken.
Inhoud van het hydraulische systeem: 2,3 liter
Opmerking: De hydraulische vloeistof kunt u op twee
manieren controleren. Als de vloeistof warm is en als
de vloeistof koud is. De keerplaat in de tank geeft twee
niveaus aan, afhankelijk of de vloeistof warm of koud is.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de aftakas uit en zet de motor af.
3. Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie
verlaat. Stel vervolgens de parkeerrem in werking.
4. Reinig de omgeving van de vulbuis en de dop van de
hydraulische tank (Figuur 52).
1. Dop
2. Keerplaat
5. Verwijder de dop van de vulbuis. Kijk in de vulbuis
om te controleren of er nog vloeistof in het reservoir
is. (Figuur 52).
6. Als het reservoir leeg is, moet u dit vullen met
vloeistof totdat het peil de Koud-markering op de
keerplaat bereikt.
40
Figuur 52
3. Peil koude vloeistof–Vol
4. Peil warme vloeistof–Vol