Figuur 30
1. Slangklem
2. Brandstofslang
5. Trek het filter uit de brandstofslangen.
6. Monteer een nieuw filter en schuif de slangklemmen
terug tot dicht bij het filter.
7. Open de brandstofkraan op de benzinetank
(Figuur 29).
8. Controleer op lekkages en repareer deze indien dit
nodig is.
9. Neem eventueel gemorste brandstof op.
3. Filter
Onderhoud
aandrijfsysteem
Voer onderstaande aanpassingen uit als de
machine onderhoud nodig heeft. Voer de stappen
'Toerenregelaarmechanisme afstellen' tot en met
'Sporing afstellen' uit. Als er afstellingen nodig zijn, voer
deze dan in onderstaande volgorde uit.
Toerenregelaarmechanisme
afstellen
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3. Zet de toerenregelaar (op het bedieningspaneel) in
de versnelling vooruit.
4. Controleer de richting van de lipjes aan de uiteinden
van de krukas van de toerenregelaar. Deze lipjes
moet recht naar beneden wijzen, ongeveer naar de
6-uurstand (Figuur 31).
5. Stel de gaffel met schroefdraad aan de onderzijde
van het toerenregelaarmechanisme af tot de lipjes
naar de 6-uursstand wijzen (Figuur 31).
1. Bedieningsstang
toerenregelaar
2. Gaffel
3. Krukas toerenregelaar
6. Trek de toerenregelaar terug in de neutraalstand.
29
Figuur 31
4. Lipjes, 6-uurstand
5. Contramoer