Onderhoud
brandstofsysteem
Onderhoud van de
brandstoftank
In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst
ontvlambaar en zeer explosief. Brand of
explosie van benzine kan brandwonden bij u of
anderen en materiële schade veroorzaken.
• Tap de benzine af uit de brandstoftank
wanneer de motor koud is. Doe dit buiten
op een open terrein. Eventueel gemorste
benzine opnemen.
• Rook nooit als u benzine aftapt en blijf uit de
buurt van open vuur of als de kans bestaat
dat benzinedampen door een vonk kunnen
ontbranden.
Brandstof aftappen uit de brandstoftank
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
zodat alle benzine uit de tank kan lopen. Schakel
vervolgens de aftakas uit, stel de parkeerrem in
werking en draai het contactsleuteltje op UIT.
Verwijder het sleuteltje.
2. Sluit de brandstofafsluitklep van de brandstoftank
(Figuur 29).
3. Druk de uiteinden van de slangklem naar elkaar toe
en schuif de slangklem over de brandstofslang van
het brandstoffilter af (Figuur 29).
4. Trek de brandstofslang van het brandstoffilter
(Figuur 29). Open de brandstofafsluitklep en laat de
benzine in een benzinevat of een opvangbak lopen.
Opmerking: Omdat de tank nu toch leeg is, is dit
een uitstekend moment om het brandstoffilter te
vervangen. Zie Brandstoffilter vervangen.
5. Plaats de brandstofslang op het filter. Schuif de
slangklem dicht tegen de klep om de brandstofslang
vast te zetten.
1. Brandstofafsluitklep
Onderhoud van het
brandstoffilter
Brandstoffilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren/Jaarlijks
(houd hierbij de kortste periode aan)
Na verwijdering mag u nooit een vuil filter opnieuw aan
de brandstofslang monteren.
Opmerking: Onthoud hoe het brandstoffilter is
gemonteerd zodat u het nieuwe filter correct kunt
monteren.
Opmerking: Neem eventueel gemorste brandstof op.
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht tot alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Sluit de brandstofafsluitklep op de benzinetank
(Figuur 29).
4. Druk de uiteinden van de slangklemmen naar elkaar
toe en schuif ze weg van het filter (Figuur 30).
28
Figuur 29
2. Brandstoffilter