Figuur 12
1. Handgreep
2. Vergrendelde
neutraalstand
3. Rijhendel
Bediening van de aftakasknop
De aftakasknop wordt gebruikt in combinatie met
de dodemanshendels om de maaimessen in- en uit te
schakelen.
Maaimessen inschakelen (aftakas)
1. Om de messen in te schakelen, knijpt u de
dodemanshendels tegen de handgrepen (Figuur 13).
2. Trek de aftakasknop omhoog. Houd de
dodemanshendels tegen de handgreep gedrukt.
Opmerking: Als u de dodemanshendels loslaat
terwijl de maaimessen draaien, slaat de motor af.
3. Start de motor opnieuw en herhaal de procedure
om de maaimessen in te schakelen als de
dodemanshendels zijn losgelaten.
4. Pen in versnelling vooruit
5. Handgreep
6. Sleuf voor vooruit
1. Gashendel
2. Dodemanshendels
3. Handgreep
Maaimessen uitschakelen (aftakas)
De maaimessen kunnen op de volgende manieren
worden uitgeschakeld:
1. Duw de aftakasknop omlaag in de stand Uit
(Figuur 13).
2. Laat de dodemanshendels los. De motor slaat af
en de maaimessen stoppen (Figuur 13) terwijl de
aftakas is ingeschakeld.
Het veiligheidssysteem
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van de machine.
Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van
de interlockschakelaars en vervang
beschadigde schakelaars voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
Werking van het veiligheidssysteem
Het veiligheidssysteem is bedoeld om starten van de
maaimachine alleen mogelijk te maken wanneer:
• De aftakasknop is uitgeschakeld.
• De toerenregelaar staat in de neutraalstand.
16
Figuur 13
4. Rijhendel
5. Aftakasknop