11) Brandstofmeter
Deze meter duidt aan hoeveel brand-
stof er ongeveer in de tank zit.
12) Brandstofklep
Dit is een draaiklep met 3 standen.
Draai de wijzer van de knop in de ge-
wenste stand.
vmo2006-005-025_a
1. Zet de wijzer in de gewenste stand
2. AAN (ON)
3. UIT (OFF)
4. RES. (reserve)
______________________
78
UIT (OFF)
Stopt de brandstoftoevoer naar de car-
burator.
LET OP: Zet de klep op UIT (OFF)
wanneer het voertuig niet wordt ge-
bruikt of wordt getransporteerd.
AAN (ON)
Laat de brandstoftoevoer naar de car-
burator toe. Dit is de normale stand
wanneer u met het voertuig rijdt.
RES. (reserve)
Wanneer de brandstof op is in de
AAN-stand (ON), kunt u de brand-
stofreserve voor noodgevallen aan-
spreken door de knop op RES te zet-
ten. Deze reserve bedraagt ongeveer
12% van de inhoud van de brandstof-
tank. Gebruik deze stand alleen als
er geen brandstof meer wordt toege-
voerd in de AAN-stand (ON).
Tank zo snel mogelijk wanneer u op de
reservebrandstof rijdt. Zet de klep na
het tanken altijd terug op AAN (ON).
LET OP: Een verkeerde opening
van de brandstofklep belemmert
de brandstoftoevoer. Zorg ervoor
dat de klep volledig is geopend
wanneer u rijdt.