Toestand van de banden/wielen
Controleer de banden en velgen op be-
schadigingen. Controleer de banden
ook op slijtage. Vervang ze indien no-
dig.
Roteer de banden niet. De banden
vooraan en achteraan hebben een an-
dere maat. De banden zijn directio-
neel en moeten in de juiste draairich-
ting gemonteerd blijven om goed te
werken.
Wielen verwijderen
Draai de moeren los en hef het voer-
tuig op. Plaats een stut onder het
voertuig. Verwijder de moeren en dan
het wiel.
Breng bij de installatie wat smeer-
middel tegen het vastvreten op de
schroefdraad aan. Draai telkens twee
tegenoverliggende moeren licht aan
en draai ze daarna aan tot hun defini-
tieve moment.
TOEPASSING AANDRAAIMOMENT
STANDAARD MODELLEN
70 N•m (52 lbf•ft)
XT-MODELLEN
100 N•m (74 lbf•ft)
TYPISCH — TYPE MET OPEN UITEINDE
1. Conische zijde van de moer
LET OP: Gebruik altijd de aanbe-
volen wielmoeren (stuknr. 250 100
096). Het gebruik van andere moe-
ren kan schade aan de velgen ver-
oorzaken.
vmo2008-001-002_a
TYPISCH — TYPE MET GESLOTEN UITEINDE
1. Wielmoer
LET OP: Gebruik altijd de aanbe-
volen wielmoeren (stuknr. 250 100
082). Het gebruik van andere moe-
ren kan schade aan de velgen ver-
oorzaken.
_____________________
133