KENMERKEN EN BEDIENINGSORGANEN
Kenmerken en bedieningsorganen
•
Stuurknuppel – De knuppel kan 100° worden gekanteld om hem handig te kunnen vervoeren en opslaan.
•
Startkoord – Als aan het startkoord wordt getrokken, wordt de motor getornd om hem te starten.
•
Koudstartpomp/stationairtoerentalknop – Als de knop wordt uitgetrokken, wordt een kleine hoeveelheid
brandstof aan de motor geleverd om hem koud te starten. Draai de knop om het stationaire toerental af
te stellen nadat de motor is warmgelopen.
•
Noodstopkoord/Noodstopschakelaar – ZieAlgemene informatie – Noodstopschakelaar.
•
Motorstopschakelaar – Druk hierop om de motor te stoppen.
3173
ob01383
ob01384
ob00350
ob00361
23