10.2.1.3 Automatische afstelling via servobesturing
Het besturingssysteem kan (op aanvraag) worden geautomatiseerd door de toepassing van een elektrische
servobesturing.
Raadpleeg de betreffende bedieningshandleiding voor informatie over de werking van de servobesturing.
10.3 Instructies voor het identificeren en opsporen van storingen, voor het repareren en herstarten
na een ingreep
De volgende tabellen zijn niet uitputtend. tonen mogelijke oorzaken en voorgestelde oplossingen voor de
meest voorkomende en terugkerende storingen.
10.3.1 Lager debiet dan verwacht
MOGELIJKE OORZAAK
- Lucht komt binnen via de fittingen van de
aanzuigleiding
- Opgesloten lucht in de pompkop
- Te grote aanzuighoogte
- Hoge dampspanning
- Hoge pomptemperatuur
- Hoge vloeistofviscositeit
- Hermetisch gesloten en/of ontluchte aan-
zuigtank
- Aanzuigleiding verstopt of afgesloten door
kleppen
- Verstopt aanzuigfilter
- Vuile, versleten of verkeerd gemonteerde
pompkleppen
- Veiligheidsklep ingesteld op te lage druk
- Onjuiste afstelling debiet
10.3.2 Onregelmatig of hoger dan verwacht debiet
MOGELIJKE OORZAAK
- Aanzuigdruk hoger dan toevoerdruk
- Tegendrukklep geblokkeerd in opening door
onzuiverheden of ingesteld op te lage druk
- Pompkleppen vergrendeld in open stand
Bestand: UT-5134
OPLOSSING
- Controleer de leidingen en de dichtheid van de fittingen
- Stel het pompdebiet in op 100% van de instelling en
houd dit gedurende korte tijd aan
- Verminder de aanzuighoogte
- Verhoog de aanzuighoogte
- Verhoog de aanzuighoogte
- Vervang de aanzuigleiding door een met een grotere di-
ameter
- Verhoog de aanzuighoogte
- Maak een opening in de bovenkant van de tank
- Controleer de aanzuigleiding
- Controleer de reiniging van het filter
- Controleer de pompkleppen op reinheid, slijtage en
correcte montagerichting
- Controleer of de veiligheidsklep al dan niet in werking is
getreden
- Controleer en corrigeer de afstelling indien nodig
- Verhoog de toevoerdruk met ten minste 0,3÷0,5 bar
(3 ÷ 5 m) ten opzichte van de aanzuigdruk
- Controleer de toestand van de tegendrukklep
- Controleer de pompkleppen, demonteer ze en reinig
ze grondig
OPLOSSING
Pagina 30 van 50
30