8.4.3 Manometer
Installeer altijd een manometer op de toevoerleiding; dicht bij de pomp, vóór de drukverlagers en
vóór alle andere accessoires (zie afbeelding 10 hierboven). Hiermee kunt u de werkelijke werkdruk
van de pomp kennen en controleren.
Het kennen van de werkelijke bedrijfstoestand van de pomp voorkomt schade aan de machine en
vermijdt vooral ernstige risico's voor mensen of dingen op het systeem!
Overweeg ook bij een dosering met "vrij debiet" het gebruik van een manometer.
Voorkomt ongelukken veroorzaakt door de volgende risico's:
-
bevriezing of verharding van de vloeistof in de leiding
-
accidentele verstopping of beknelling van flexibele leidingen
-
verandering in viscositeit als gevolg van de temperatuur
-
verstuiving van de vloeistof door sproeiers
-
andere risico's die kunnen leiden tot een snelle en ongecontroleerde stijging van de druk
De bedrijfsdruk mag nooit hoger zijn dan de maximale werkdruk aangegeven op het gegevens-
plaatje, zelfs niet bij het openen (ontladen) van de externe veiligheidsklep. Mogelijke schade aan
de pomp of het systeem!
8.5
VOORBEELD VAN EEN DOSEERPOMPSYSTEEM
In afbeelding 11 zijn alle indicaties voor een juiste installatie van de doseerpompen gegroepeerd.
Afbeelding 11
1 = "Y" filter
2 = Kalibratiecilinder
3 = Externe veiligheidsklep
4 = Doseerpomp
8.6
Montage van de elektromotor
Tenzij anders is overeengekomen, worden de pompen altijd geleverd met een elektromotor.
Voor pompen die uitdrukkelijk zonder motor worden besteld (afkorting "M0"), worden de technische
eisen waaraan moet worden voldaan tijdens de onderhandelingen vastgesteld.
Voor NIET-ATEX-pompen die zonder motor worden geleverd (afkorting "M0") is het de verantwoor-
delijkheid van de gebruiker om een motor te installeren met kenmerken zoals vermogen, rotatie-
snelheid en type koppeling die voldoen aan de technische vereisten.
Voor ATEX-pompen die zonder motor worden geleverd (afkorting "M0") is het, naast het boven-
staande, de verantwoordelijkheid van de gebruiker om een motor te installeren en te controleren
Bestand: UT-5134
VOORBEELD VAN EEN DOSEERPOMPSYSTEEM
5 = Manometer
6 = Afsluitklep
7 = Membraan van de demper
8 = Afvoerklep van het membraan
Pagina 22 van 50
22