Gebruikershandleiding
Gerelateerde informatie
"Een computer verbinden" op pagina 23
&
"Wi-Fi-instellingen configureren op de printer" op pagina 24
&
E-5
Bericht:
De beveiligingsmodus (bijvoorbeeld WEP of WPA) stemt niet overeen met de huidige instelling van de printer.
Controleer de beveiligingsmodus. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
Zorg dat het beveiligingstype van het toegangspunt is ingesteld op een van de volgende opties.Als dat niet het geval
is, wijzigt u het beveiligingstype op het toegangspunt en stelt u de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
❏ WEP 64-bits (40-bits)
❏ WEP 128-bits (104-bits)
❏ WPA PSK (TKIP/AES)
❏ WPA2 PSK (TKIP/AES)
❏ WPA (TKIP/AES)
❏ WPA2 (TKIP/AES)
*
WPA PSK is ook bekend als WPA Personal.WPA2 PSK is ook bekend als WPA2 Personal.
E-6
Bericht:
Mogelijk wordt gefilterd op het MAC-adres van de printer. Controleer of er beperkingen gelden voor uw router of
toegangspunt, zoals een MAC-adresfilter. Zie de documentatie van de router of het toegangspunt of informeer
voor hulp bij uw netwerkbeheerder.
Oplossingen:
❏ Controleer of MAC-adresfiltering is uitgeschakeld.Als dit is ingeschakeld, registreert u het MAC-adres van de
printer zodat het niet wordt gefilterd.Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt voor details.U kunt het
MAC-adres van de printer controleren in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
❏ Als het toegangspunt gedeelde verificatie gebruikt met WEP-beveiliging, moet u ervoor zorgen dat de
verificatiesleutel en index correct zijn.
Gerelateerde informatie
"Items voor Geavanceerde netwerkinstellingen configureren" op pagina 31
&
"Een netwerkstatusvel afdrukken" op pagina 40
&
Netwerkinstellingen
*
*
36