Gebruikershandleiding
Opmerking:
Beschikbare pictogrammen variëren naargelang de instelling.
A
Geeft het aantal tekens weer.
B
Verplaatst de cursor naar de invoerpositie.
C
Hiermee schakelt u tussen hoofdletters en kleine letters, of cijfers en symbolen.
U kunt ook schakelen met de knop
D
Hiermee schakelt u tussen tekentypes.U kunt alfanumerieke tekens, symbolen en speciale tekens, zoals umlauten
en accenten gebruiken.
U kunt ook schakelen met de knop
E
Hiermee wijzigt u de indeling van het toetsenbord.
F
Hiermee voert u veelgebruikte e-maildomeinadressen of URL's in door het item te selecteren.
G
Hiermee typt u een spatie.
H
Hiermee voert u een teken in.
I
Hiermee wist u het teken links van de cursor.
Schermtoetsenblok
Wanneer u bijvoorbeeld het aantal exemplaren wilt opgeven, kunt u getallen invoeren met het schermtoetsenblok.
Met het schermtoetsenbord kunt u eenvoudiger grotere getallen invoeren.Gebruik voor kleinere getallen de
knoppen +/-.
A
Hiermee annuleert u het invoeren en sluit u het schermtoetsenblok.
B
Hiermee bevestigt u het ingevoerde getal en sluit u het schermtoetsenblok.
C
Hiermee verwijdert u het ingevoerde getal.
Basisprincipes van printer
.
.
20