•
m
•
n
•
o
G
•
H
•
•
I
•
•
•
•
•
J
•
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Deze Alaris® GH-spuitpomp is gekalibreerd voor gebruik met disposable spuiten voor eenmalig gebruik.
Om te zorgen voor een correcte en nauwkeurige werking mag u uitsluitend 3-delige Luer lock-versies van
het merk spuit gebruiken zoals gespecificeerd op de pomp of beschreven in deze handleiding. Het gebruik
van niet-gespecificeerde spuiten of extensiesets kan de werking van de pomp en de nauwkeurigheid van
de infusie nadelig beïnvloeden.
Een ongecontroleerde flow of sifonwerking kan het gevolg zijn van een onjuist geplaatste spuit in de
pomp of als de spuit van de pomp wordt afgehaald voordat de extensielijn correct is afgesloten van de
patiënt. Afsluiten kan geschieden door het sluiten van een kraantje in de patiëntlijn of door het activeren
van een flowstopklem.
Bevestig de extensieset aan de pomp met behulp van de haak voor de extensieset aan de achterzijde van
de pomp. Hierdoor wordt voorkomen dat de spuit onbedoeld losraakt van de pomp.
Door verschillende apparaten en/of instrumenten te combineren met extensiesets en andere lijnen,
bijvoorbeeld door middel van een 3-wegkraantje, kan de werking van de pomp onder druk komen te
staan en moet deze nauwlettend gecontroleerd worden.
De pomp mag maximaal 1,0 m boven of onder het hart van de patiënt worden opgesteld. De meest
nauwkeurige drukmeting in de extensieset wordt verkregen wanneer u de pomp ter hoogte van het hart
van de patiënt plaatst.
de pomp niet in een verticale positie waarbij de spuit naar boven gericht is, aangezien dit kan
Bevestig
leiden tot het infunderen van lucht die zich in de spuit bevindt. Om de introductie van lucht te voorkomen
dient de gebruiker de voortgang van de infusie, de spuit, de extensielijn en de aansluitingen op de
patiënt regelmatig te controleren en de pomp te prepareren volgens de in deze handleiding beschreven
procedure.
Het gebruik van een infusiepomp in combinatie met andere pompen of apparaten waarvoor vasculaire
toegang noodzakelijk is, maakt extra controle noodzakelijk. De grote drukvariaties die dergelijke pompen
in het plaatselijke vaatstelsel veroorzaken, kunnen tot een verkeerde toediening van geneesmiddelen of
vocht leiden. Typische voorbeelden zijn de pompen die worden gebruikt bij dialyse, bypass of cardiale
ondersteuningstoepassingen.
Deze pomp is geschikt voor gebruik in ziekenhuizen en klinische omgevingen behoudens huishoudelijke
omgevingen en ruimtes die direct verbonden zijn met het laagspanningsnetvoedingsstelsel dat gebouwen
bestemd voor huishoudelijke doeleinden van stroom voorziet. De pomp kan echter ook worden gebruikt
in huishoudelijke omgevingen onder de supervisie van medische professionals met de noodzakelijke,
aanvullende maatregelen. (Raadpleeg de handleiding Technisch onderhoud, goed opgeleid technisch
personeel of CareFusion voor aanvullende informatie.)
Deze pomp is niet bedoeld voor gebruik in de nabijheid van brandbare anesthesiemengsels met lucht of
zuurstof of lachgas.
Het is een positievedrukapparaat, ontwikkeld voor zeer nauwkeurige vloeistoftoediening door middel van
automatische compensatie voor de weerstand die de vloeistof in het infusiesysteem ondervindt.
Het pompdrukalarmsysteem is niet ontworpen om eventueel optredende IV-complicaties te voorkomen
of te constateren.
Diverse alarmcondities die de pomp constateert, zullen de infusie stoppen en visuele en geluidsalarmen
activeren. De gebruikers moeten regelmatig controleren of de infusie correct verloopt en of er geen alarm
actief is.
1000DF00359 Uitgave. 1
Disposable spuiten en Extensiesets
De pomp bevestigen
Gebruiksomgeving
Bedrijfsdruk
Alarmcondities
7/32