De Alaris® GH-spuitpomp (hierna genoemd "pomp") is een compleet uitgeruste spuitpomp die geschikt is voor kritieke zorg en algemene
infusietoepassingen.
Beoogd gebruik:
De pomp is ontworpen om te voldoen aan de infusievereisten voor de gebruiksomgeving zoals die is gespecificeerd in de Gebruiksaanwijzing
(DFU), waaronder algemene ziekenhuisafdelingen, afdelingen voor kritieke, intensieve zorg en neonatale zorg, operatiekamers en
eerstehulpafdelingen.
Deze pomp is geschikt voor gebruik door daarvoor opgeleide artsen of verpleegkundigen. De spuitpomp is geschikt voor toediening van
vloeistof en medicatie via een intraveneuze route. Ondersteunende vloeistofbehandeling, bloedtransfusie en parenterale voeding.
De merknaam Asena® is onlangs gewijzigd in de merknaam Alaris®. Deze wijziging van merknaam heeft geen invloed op het beoogde
gebruik of de functionaliteit van het product. De voor gebruik met dit product aanbevolen disposable producten kunnen betrekking
hebben op zowel de merknaam Asena® als Alaris®, beide types zijn geschikt voor gebruik met deze infusiepomp.
De Alaris® GH-spuitpomp is compatibel met een breed scala aan standaard Luer lock-disposable spuiten voor eenmalig gebruik. De
pomp accepteert spuiten met een volume van 5 ml tot 50 ml. Zie de sectie 'Compatibele spuiten' voor een volledige lijst met compatibele
spuiten.
Eenvoudig op te zetten en makkelijk te bedienen.
l
Display met grote grafische weergave.
l
Medical Device Interface (Interface voor medische apparatuur, MDI) – een uniek bevestigingsmechanisme.
l
Snelheid variërend van 0,1 tot 1200 ml/u.
l
De gebeurtenisregistratie registreert de werking van de pomp.
l
Geavanceerde interfaces voor communicatie en verpleegkundigenalarm.
l
Configureerbare medicijn namen.
l
Vóór gebruik moet de gebruiker zeer goed bekend zijn met de Alaris® GH-spuitpomp die in deze handleiding wordt beschreven.
Alle illustraties in deze handleiding tonen kenmerkende waarden en instellingen die kunnen worden gebruikt bij het instellen van
de functies van deze pomp. Deze instellingen en waarden zijn alleen bedoeld ter illustratie. Waar wordt gesproken van een minimale
infusiesnelheid wordt een nominale snelheid van 1,0 ml/u bedoeld, terwijl met een middelmatige infusiesnelheid een nominale snelheid
van 5,0 ml/u wordt bedoeld. In de sectie Specificaties wordt het volledige scala aan infuussnelheden, instellingen en waarden getoond.
1.
Druk op de toets
a
WIS OPZET? - NEE handhaaft de eerder ingevoerde gegevens. JA wist de eerder ingevoerde gegevens.
2.
3.
Plaats de spuit.
4.
Bevestig het juiste formaat en merk van de spuit.
5.
Controleer of de extensieset is aangesloten op de spuit, maar is losgekoppeld van de patiënt.
Als de optie PURGEER SPUIT is geactiveerd, verschijnt het purgeerscherm en kan de set desgewenst worden gepurgeerd.
6.
INFUSIESNELHEID – Wijzig de snelheid met behulp van de
7.
PURGEER – Druk op de toets
8.
Sluit de extensieset aan op de toegang van de patiënt.
9.
Druk op de toets
b
Over deze handleiding
Beknopte handleiding
om de pomp in te schakelen.
, gevolgd door de softkey PURGEER.
i
om de infusie te starten.
1000DF00359 Uitgave. 1
Inleiding
-toetsen.
f
2/32