1. Voor het controleren en aanpassen van het drukniveau drukt u op de
drukalarmniveau en het actuele drukniveau worden weergegeven.
2. Druk op de
-toetsen om het alarmniveau te verhogen of verlagen. Het nieuwe niveau wordt op het display aangegeven.
f
3. Druk op OK om het scherm te verlaten.
Afhankelijk van de specifieke toepassing is de arts verantwoordelijk voor de interpretatie van drukwaarden en
A
occlusiealarmen.
Als de optie Snelheid Titreer is ingeschakeld, kan de snelheid worden aangepast tijdens het infunderen:
1. Selecteer de nieuwe snelheid met behulp van de
De melding < StARt teR BeveStIGING > knippert op het scherm en de pomp blijft met de oorspronkelijke snelheid infunderen.
2. Druk op de
-toets om de nieuwe infusiesnelheid te bevestigen en de infusie met de nieuwe snelheid te starten.
b
Als de optie Snelheid Titreren is uitgeschakeld, kan de snelheid alleen worden aangepast als de pomp in de pauzestand staat:
1. Druk op de
-toets om de pomp in de pauzestand te zetten.
h
2. Selecteer de nieuwe snelheid met behulp van de
3. Druk op de
-toets om de infusie met de nieuwe snelheid te starten.
b
Met deze optie kunt u een specifiek te infunderen volume instellen. De snelheid aan het einde van dit TIV kan ook worden ingesteld, te
selecteren zijn stop, KVO of continue infusie met de ingestelde snelheid.
1. Druk op de TIV -softkey om de optie Te infunderen volume te selecteren.
2. Voer het te infunderen volume in met behulp van de
3. Selecteer de snelheid aan het einde van het TIV met behulp van de
bladeren. De standaardinstelling is stop.
4. Druk op de OK-softkey om de snelheid in te voeren en het TIV menu te verlaten.
Met deze optie kan het geïnfundeerde volume worden gewist.
1. Druk op de VOLUME-softkey om de optie WIS VOLUME weer te geven.
2. Druk op de JA-softkey om het volume te wissen. Druk op de NEE-softkey om het volume te handhaven.
Door JA te selecteren wordt het geïnfundeerde volume in de optie 24H lOG gereset.
Als de optie Snelheid vast is ingeschakeld, de infusiesnelheid is ingesteld en de infusie is begonnen (of na een bolusinfusie), verschijnt het
scherm Snelheid vast.
Om de functie Snelheid vast te selecteren, drukt u op de JA-softkey. Druk op de NEE -softkey als de functie Snelheid vast niet gewenst is.
Als de functie Snelheid vast is ingeschakeld, is het volgende niet mogelijk:
l Wijzigen van de infusiesnelheid / titreren
l Bolus / purgeer
l De pomp uitschakelen
l tIv-infusies afgezet tegen tijd.
Een ingeschakelde functie Snelheid vast kunt u als volgt uitschakelen:
1. Druk op de
-toets om in het menu Opties te komen.
d
2. Selecteer de optie BLOKKADE SNELHEID UIT met behulp van de
Ga als volgt te werk om de functie Snelheid vast in te schakelen:
1. Druk op de
-toets om in het menu Opties te komen.
d
2. Selecteer de optie SNELHEID VAST en druk op de OK-softkey.
Basisfuncties (vervolg)
Drukniveau
Snelheid Titreer
-toetsen.
f
-toetsen.
f
Te infunderen volume (TIV)
f
Wis het volume
Snelheid vast
1000DF00359 Uitgave. 1
-toets. Op het scherm verschijnt een staafdiagram waarin het
e
-toetsen en druk op de OK-softkey.
-toetsen waarmee u door de keuzes op het scherm kunt
f
-toetsen en druk op de OK-softkey.
f
15/32