5.3 VOORZORGSMAATREGELEN TIJDENS HET RIJDEN
• Om ongelukken en het verlies van controle te voorkomen, moet men niet op de
carrosserie van de machine klimmen; ga op het platform aan de achterzijde
staan en houd de beugel stevig vast (zie paragraaf Bedieningsstation).
• Houd kinderen en dieren uit de buurt van het werkgebied om letsel veroorzaakt
door contact met de machine te voorkomen.
• Gebruik de dumper alleen wanneer het werkgebied voldoende verlicht is.
• Onder geen beding op treden klimmen; gebruik een oprit met een helling die
geschikt is voor de kenmerken van de machine.
• Tijdens het rijden moet de bak in de lage positie zijn.
• Controleer het draagvermogen van de bodem en de aanwezigheid van gaten of
andere obstakels.
• Behoud een veilige afstand vanaf afgronden en randen van afgravingen omdat
deze zouden kunnen instorten.
• Rij voorzichtig op een oneffen bodem. Indien de oneffenheden van de bodem
overmatig of diep zijn, rij er dan omheen.
• Wanneer de operator de dumper verlaat, moet de bak omlaag worden gebracht,
de motor worden uitgeschakeld en moet men ervoor zorgen dat de dumper niet
opnieuw gestart kan worden (contactsleutels wegnemen).
IMPORTANTE
BELANGRIJK
Het is ten strengste verboden om personen op de bak of andere machinedelen te
vervoeren.
5.3.1 R
IJDEN
IMPORTANTE
BELANGRIJK
• Plaats de gashendel in de correcte positie op basis van de lading van de dumper,
de conditie en de helling van het terrein.
• Controleer of alle veiligheidsvoorschriften correct zijn toegepast.
• Indien de dumper is uitgerust met een verstelbare onderwagen, moet men rij‐
den met de uitgeschoven onderwagen. Dit verhoogt de stabiliteit en veiligheid
van de dumper. Indien de onderwagen vanwege beperkte ruimte niet uitgescho‐
ven kan worden moet de conditie van de bodem extra goed gecontroleerd wor‐
den (consistentie, helling).
• Beide hendels voor de verplaatsing bedienen voor de vooruitbeweging van de
dumper; wanneer de hendels worden vrijgegeven zal de dumper onmiddellijk
stoppen. Indien de hendels achterwaarts worden verplaats wordt de achteruit‐
beweging verkregen.
• Om de snelheid te verhogen moeten de hendels van de regelklep naar de eind‐
positie verplaats worden of de gashendel naar beneden verplaats worden.
58
C
OMPACTE DUMPER
KC70‐ K
UBOTA
MUKC70P061015