De display zal, wanneer u een iFit Live Workout
kiest, de tijdsduur van de workout, de afstand die u
zult wandelen of lopen, en het bij benadering aan-
tal calorieën dat u zult verbranden aangeven. De
display kan ook de naam van de workout
aangeven. De display zal, als u een competitie
workout kiest, aftellen totdat de race begint.
5. Begin met de workout.
Zie stap 3 op pagina 20.
Tijdens sommige workouts zal de stem van een
persoonlijke trainer u begeleiden. U kunt een au-
dioinstelling voor uw persoonlijke trainer kiezen (zie
DE INFORMATIE INSTELLING op bladzijde 23).
U kunt wanneer dan ook met de workout stoppen
door op de Stoptoets [STOP] te drukken. De tijd zal
op de display opflikkeren. Druk op de Starttoets
[START] of op de Snelheidstoename [SPEED]
toets om de workout te hervatten. De loopband zal
met de snelheidsinstelling van het eerste segment
van de workout beginnen te draaien. Wanneer het
volgende segment van de workout begint, zal de
loopband zich echter automatisch aanpassen aan
de snelheids- en hellinginstellingen voor het vol-
gende segment.
6. Volg uw vordering op de displays.
Zie stap 5 op pagina 18 en 19.
De Mijn Pad [MY TRAIL] keuze zal een kaart van
het pad waarop u loopt en rent of een piste met
het aantal rondjes die u aan het voltooien bent
aangeven.
De Competitiekeuze zal, tijdens een competi-
tieworkout, uw vordering tijdens de race aangeven.
De bovenste lijn van het scherm zal laten zien ho-
eveel u van de race voltooid heeft. De andere lijnen
zullen uw top vier deelnemers aangeven. Het einde
van het scherm geeft het einde van de race aan.
7. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 19.
8. Als u klaar bent met de workout dient u de sleu-
tel uit het bedieningspaneel te treken.
Zie stap 7 op pagina 19.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit Live instelling.
HOE DE GELUIDSINSTALLATIE TE GEBRUIKEN
Om muziek of audioboeken via de stereoluidsprekers
van het bedieningspaneel af te spelen, moet u uw
MP3-speler, CD-speler, of andere eigen audio-speler
via de MP3-aansluiting op het bedieningspaneel
aansluiten.
Zoek, om de MP3-aansluiting te gebruiken, naar de au-
diokabel en steek deze in de MP3-aansluiting. Steek
dan de audiokabel in de aansluiting op uw MP3-speler,
CD-speler of andere eigen audiospeler. Zorg dat de
audiokabel volledig aangesloten is.
Druk dan op de Afspeel
[PLAY] toets van uw MP3-
speler, CD-speler of andere
eigen audio-speler. Pas het
volume van uw eigen au-
diospeler aan of druk op de
volumetoename en -afname toetsen op het bedien-
ingspaneel.
Als u een eigen CD-speler gebruikt en de CD slaat
over, plaats de CD-speler dan op de vloer of op een
ander vlak oppervlak in plaats van op het bedien-
ingspaneel.
22