8.
HET AANLEGGEN VAN DE ELEKTRISCHE
BEDRADING
8-1
ALGEMENE INFORMATIE
• Zorg ervoor, dat alle elektrische bedradingswerkzaamheden
door gekwalificeerd personeel, conform de betreffende
wetgeving en deze installatiehandleiding worden uitgevoerd
en dat een apart circuit wordt gebruikt. Een onjuiste
voedingsspanning en fouten in de bedrading kunnen
elektrische schokken en brand tot gevolg hebben.
• Zorg ervoor, dat er overeenkomstig de desbetreffende
wetgeving een aardlekschakelaar wordt gemonteerd. Het
negeren van deze aanwijzing kan een elektrische schok of
brand veroorzaken.
• Zet de stroom (naar de binnenunit) niet aan tot de installatie
volledig is voltooid.
• De airconditioner moet geaard worden.
De aardingsweerstand moet voldoen aan de plaatselijke
wetgeving.
• Sluit de aardebedrading niet aan op gas- of waterleidingen,
bliksemafleiders of telefoonaardebedrading.
• Gasleiding ............Door lekkend gas kan een ontsteking
of explosie optreden.
• Waterleiding .........Harde vinylbuizen zijn niet geschikt
voor aarding.
• Bliksemafleiders of telefoonaardingskabels
De elektrische spanning kan enorm oplopen wanneer de
bliksem inslaat.
• Raadpleeg voor het aanleggen van de elektrische bedrading
ook het "BEDRADINGSSCHEMA" op het deksel van de
schakeldoos.
• Sluit de voedingsdraad nooit aan op het klemmenblok voor
de bedrading van de afstandsbediening. Dit kan het hele
systeem beschadigen.
• Installeer en bedraad de afstandsbediening overeenkomstig de
"installatiehandleiding" die op de afstandsbediening is bevestigd.
• Raak de printplaat nooit aan tijdens het aanleggen van
de bedrading. Anders kan ze beschadigd raken.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, zijn
vertegenwoordiger of gelijkaardig bevoegde personen het
vervangen om een gevaarlijke situatie te voorkomen.
8-2
SPECIFICATIES VOOR TER PLAATSE VERKREGEN
BEDRADING
Voor de bedrading van de buitenunit dient u de
installatiehandleiding te raadplegen die bij de buitenunit is geleverd.
• De bedrading van de afstandbediening en de
transmissiebedrading worden ter plaatse beschikbaar
gesteld. (Zie Tabel 2)
Tabel 2
Transmissie-
H05VV-U4G
bedrading
(OPMERKING 1)
Vinylkabel met
mantel of kabel
Bedrading
(2-draads)
afstandsbediening
(OPMERKING 2)
* Dit is de totale lengte in het systeem in het geval van
groepsbesturing.
De getoonde bedradingsspecificaties gelden op voorwaarde
dat de bedrading een spanningsval van 2% heeft.
1.Toont het geval waarin doorvoerleidingen worden gebruikt. Als de
doorvoerleidingen niet worden gebruikt, gebruik dan H07RN-F.
2.Bemantelde vinylleiding of -kabel (isolatiedikte: 1 mm of meer)
12
Draaddikte
Draad
Lengte (m)
2
(mm
)
2,5
0,75 - 1,25
9.
ZO SLUIT U DE BEKABELING AAN EN VOORBEELD
VAN ELEKTRISCHE AANSLUITING
Bedradingsmethode
Voorzichtig met de bedrading
• De binnenunits in hetzelfde systeem kunnen op de
voedingsspanning van één hoofdschakelaar worden
aangesloten. De hoofdschakelaar, de overspannings-
schakelaar en de bedrading moeten echter voldoen aan
de desbetreffende wetgeving.
• Gebruik voor aansluiting op het aansluitblok het ringtype
krimpaansluitingen met isolatiekous of voorzie de bedrading
van isolatie.
Krimpringaansluitingen
• Wanneer het bovenstaande niet aanwezig is, moet het
onderstaande in acht worden genomen.
• Het is verboden om een 2-draads bedrading met twee
verschillende afmetingen naar het klemmenblok voor
de voedingsspanning te gebruiken.
Aansluiting van 2 draden
met dezelfde afmetingen
dient aan beide zijden
plaats te vinden.
(Hierdoor kan een abnormale verhitting ontstaan wanneer de
bedrading niet goed is vastgezet.)
• Maak gebruik van de vereiste bedrading, sluit deze goed aan
en bevestig deze zodanig dat een externe kracht, die op de
aansluitingen kan inwerken, deze niet los kunnen maken.
• Gebruik een geschikte schroevendraaier voor het
vastdraaien van de aansluitschroeven. Wanneer een
verkeerde schroevendraaier wordt gebruikt, kan de
schroefkop beschadigd raken en kan de schroef niet
goed vast worden gedraaid.
• Wanneer een aansluiting te vast wordt vastgedraaid, kan
deze beschadigd raken. Raadpleeg onderstaande tabel voor
het aanhaalmoment van de aansluitingen.
Aansluitblok voor bedrading
van afstandsbediening en
transmissiebedrading
Klemmenblok voor de
–
voedingsspanning
Aardklem
• Verleg de bedrading zodanig dat de aardleider uit de
Max. 500
inkeping van de cupring naar buiten komt. (In het andere
geval kan het aardleidercontact onvoldoende zijn en kan het
aardingseffect verloren gaan.)
Geïsoleerde huls
Aansluiting van 2
draden aan één
zijde is verboden.
Aanhaalmoment (N·m)
Bedrading
Aansluiting van draden
met verschillende
afmetingen is verboden.
0,88 ± 0,08
1,47 ± 0,14
1,69 ± 0,25
Nederlands