7.
DE AFVOERLEIDING
(1) Installeer een afvoerleiding.
• Breng de afvoerleiding aan, zodat een correcte
afvoer wordt gegarandeerd.
• Afvoerleidingen moeten conform onderstaande
aanwijzingen worden aangesloten: Raadpleeg
voor de rechter achter-/rechterzijde afb. 18 van
"6. DE KOELMIDDELLEIDING", en voor de linker
achter-/linkerzijde afb. 21.
• Als de afvoerleiding links achter-/aan de linkerzijde
worden aangebracht, verwijder dan het veiligheidsnet.
Verwijder daarna de dop van de afvoeraansluiting en het
isolatiemateriaal dat op de afvoeraansluiting aan de
linkerzijde is aangebracht en breng dit aan op de
afvoeraansluiting aan de rechterzijde. Steek daarbij de
dop van de afvoeraansluiting helemaal naar binnen om
waterlekkage te vermijden.
Breng het veiligheidsscherm na de installatie van de
afvoerleiding (1) (toebehoren), in omgekeerde volgorde
weer aan. (Zie Afb. 22)
• Kies een vergelijkbare of grotere leidingdiameter dan die
van de aansluitleiding (1) (toebehoren) (PVC-leiding,
nominale diameter 20 mm, uitwendige diameter 26 mm).
• Monteer de afvoerleidingen zo kort mogelijk onder een
neerwaartse hoek van 1/100, zodat stilstaande lucht
wordt vermeden. (Zie Afb. 23 en Afb. 24)
(Dit kan abnormale geluiden zoals geborrel
veroorzaken.)
Achterzijde links
Afvoerpijp
Achterzijde (metaalplaat)
Te verwijderen onderdelen
Bevestigingsschroef
voor beschermrooster
10
Stopverf of isolatie
(ter plaatse aanleveren)
Linkerzijde
Afvoerpijp
Linkerzijde
Te verwijderen
onderdelen
Afb. 21
Beschermrooster
Afb. 22
Goed
Neerwaartse hoek van 1/100 of meer
Afb. 23
Niet optillen
Fout
Afb. 24
VOORZORGSMAATREGELEN
Als het afvoerwater stilstaat in de afvoerleiding, kan de
leiding verstopt raken.
• Maak gebruik van de meegeleverde afvoerslang (1) en
metalen klem (2). Steek de afvoerslang (1) in de onderkant
van de afvoeraansluiting en draai de metalen klem (2) aan
de onderkant van de afvoeraansluiting goed vast.
(Zie Afb. 25 en Afb. 26)
(Monteer de metalen klem (2) zodat het vastgezette deel
een hoek van ca. 45° heeft, zoals weergegeven in afb. 26.)
(Bind de afvoeraansluiting en afvoerslang niet aan elkaar.
In dat geval kan geen onderhoud en inspectie van de
warmtewisselaar e.d. worden uitgevoerd.)
VOORZORGSMAATREGELEN
Het gebruik van een oude afvoerslang of een kniestuk of
klem kan waterlekkage veroorzaken.
• Buig het uiteinde van de metalen klem (2) zodanig,
dat het afdichtmateriaal niet uitpuilt. (Zie Afb. 26)
• Wikkel, bij het aanbrengen van de isolatie, het grote
afdichtmateriaal (groot) (8) in de richting van de pijl,
beginnend bij de onderkant van de metalen klem (2) en
afvoerslang (1). (Zie Afb. 25 en Afb. 26)
Metalen klem (2)
(accessoire)
Afvoerslang (1)
(accessoire)
Afb. 25
Steunen
1-1,5m
Zorg dat hij niet slap hangt
Zorg dat hij niet in het water hangt
Afdichtmateriaal (groot) (8)
(accessoire)
Maak geen opening om
condensvorming te vermijden.
Nederlands