Namen van onderdelen en functies
22 Beats in de loop
Hier ziet u het aantal beats dat momenteel in de loop is ingesteld.
23 BPM (voor deck)
Hier ziet u de BPM van het muziekstuk dat momenteel wordt afgespeeld.
24 QUANTIZE (voor deck)
Wordt weergegeven wanneer de kwantiseringsfunctie aan staat.
Wordt rood weergegeven wanneer de kwantiseringsfunctie is geactiveerd en
grijs wanneer de functie niet is geactiveerd.
Meer lezen: De kwantiseringsfunctie gebruiken (pagina 120)
25 QUANTIZE BEAT VALUE
Geeft de grootte van de beat van de kwantiseringsfunctie aan.
U kunt de grootte van de beat wijzigen op het scherm [UTILITY].
Meer lezen: Instellingen aanpassen (pagina 123)
26 Instelbereik voor afspeelsnelheid
Geeft aan binnen welk bereik de afspeelsnelheid kan worden aangepast ten
opzichte van de originele, op de media opgenomen, afspeelsnelheid.
27 AUTO PLAY
Gaat branden wanneer [AUTO PLAY MODE] op het scherm [UTILITY] op
[ON] staat.
Meer lezen: Automatische speelmodus (pagina 124)
28 Modi ZOOM en GRID ADJUST
Wanneer u gedurende ten minste 1 seconde op de draaiknop drukt, wisselt de
modus tussen [ZOOM] en [GRID ADJUST].
• [ZOOM]-modus: wanneer u aan de draaiknop draait, kunt u op twee
golfvormen tegelijk in- of uitzoomen.
• [GRID ADJUST]-modus: wanneer u aan de draaiknop draait, kunt u het
beatpatroon regelen van het muziekstuk dat naar het actieve deck is
geladen.
U kunt het beatpatroon regelen met de [MENU (UTILITY)]-knop.
– [RESET]: hiermee reset u het aangepaste beatpatroon.
76
Nl