Namen van onderdelen en functies
De curve van de fader aanpassen
De curvekarakteristiek van de kanaalfader selecteren
Stel [CHANNEL FADER CURVE] in op het scherm [UTILITY].
– [
]: de curve stijgt plotseling wanneer de kanaalfader weg van
de voorkant wordt verplaatst.
– [
]: de curve stijgt langzaamaan. (Wanneer de kanaalfader
weg van de voorkant wordt verplaatst, stijgt het volume
langzaamaan.)
– [
]: hiermee maakt u een curve die sterk stijgt aan de voorkant.
De curvekarakteristiek van de crossfader selecteren
Stel [CROSSFADER CURVE] in op het scherm [UTILITY].
– [
]: de curve stijgt snel. (Wanneer de crossfader weg van de
rand van de [A]-kant wordt bewogen, wordt het geluid onmiddellijk
afgespeeld via de [B]-kant.)
– [
]: deze curve staat tussen de andere curves.
– [
]: de curve stijgt langzaamaan. (Wanneer de crossfader weg
van de rand van de [A]-kant wordt bewogen, stijgt het volume aan
de [B]-kant langzaamaan en daalt het volume aan de [A]-kant
langzaamaan.)
De AUX-functie gebruiken
1 Verzet de AUX-keuzeschakelaar.
– OFF: het ingangsgeluid wordt gedempt.
– LINE: gebruik dit wanneer u niet bent verbonden met een draagbaar
apparaat.
– PORTABLE: gebruik dit wanneer u bent verbonden met een draagbaar
apparaat.
2 Draai aan de [TRIM]-regelaar.
Regel het niveau van het geluid dat in het [AUX IN]-kanaal gaat.
102
Nl