Uitvoergeluid
Controleer of het apparaat en de externe apparatuur juist zijn
aangesloten voor het uitvoeren van geluid.
Aansluiten van de in/uitgangsaansluitingen (pagina 24)
Pas het volume van de versterker of de luidsprekers met eigen
stroomvoorziening die zijn aangesloten op de [MASTER1] en
[MASTER2] uitgangaansluitingen aan tot een geschikt niveau. Let op
dat er een hard geluid kan klinken indien het volume te hoog is
ingesteld.
1 Selecteer de input selectorschakelaar.
Selecteer de ingangsbron voor [CH3] of [CH4].
• Om geluid uit te voeren van [CH1] of [CH2], is deze stap niet noodzakelijk.
– [LINE]: hiermee selecteert u een dj-speler enz. die is aangesloten op de
[LINE]-ingangsaansluiting.
– [PHONO]: hiermee selecteert u een draaitafel die is aangesloten op de
[PHONO]-ingangsaansluiting.
–
: hiermee selecteert u het geluid van de PC/Mac die is aangesloten op
de [
USB]-poort.
2 Draai de [TRIM] regelaar.
Pas het invoer geluidsniveau aan elk kanaal aan.
De indicator voor het kanaalniveau gaat branden.
3 Beweeg de kanaal-fader van u af.
Pas het uitvoer geluidsniveau aan elk kanaal aan.
4 Selecteer de [CROSSFADER ASSIGN (A, THRU, B)] schakelaar.
Wijzig de uitvoerbestemming voor elk kanaal.
– [A]: wijst het geluidssignaal toe aan [A] (links) van de crossfader.
– [B]: wijst het geluidssignaal toe aan [B] (rechts) van de crossfader.
– [THRU]: selecteer dit als u de crossfader niet wilt gebruiken. (De signalen
worden niet door de crossfader gestuurd.)
5 Beweeg de crossfader.
119
Nl
Bediening