Namen van onderdelen en functies
Beatsprong gebruiken
U kunt de afspeelpositie verplaatsen volgens de lengte van de
geselecteerde beat (1 beat, 2 beats, 4 beats of 8 beats).
• Als er een loop is ingesteld, werkt die als een loopverplaatsing.
1 Druk op de [BEAT JUMP]-knop om naar de beatsprongmodus te
gaan.
2 Selecteer de lengte van de beat en druk op een performancepad.
De afspeelpositie wordt verplaatst volgens de lengte van de geselecteerde
beat.
• Als de BPM van het muziekstuk niet kan worden gevonden, wordt de BPM
ingesteld op 120.
• Wanneer de kwantiseringsfunctie is ingeschakeld, merkt u mogelijk een
kleine vertraging door kwantisering.
Loopverplaatsing gebruiken
U kunt de afspeelpositie van de loop verplaatsen volgens de lengte
van de geselecteerde beat (1 beat, 2 beats, 4 beats of 8 beats).
1 Druk op de [BEAT JUMP]-knop om naar de beatsprongmodus te
gaan.
2 Stel de loop in.
3 Selecteer de lengte van de beat en druk op een performancepad.
De afspeelpositie van de loop wordt verplaatst volgens de lengte van de
geselecteerde beat.
• Als de BPM van het muziekstuk niet kan worden gevonden, wordt de BPM
ingesteld op 120.
• Wanneer de kwantiseringsfunctie is ingeschakeld, merkt u mogelijk een
kleine vertraging door kwantisering.
61
Nl