Inhoudsopgave
Advertenties
11.1.1
Submenu WARMWATER
Tabel 8.
Wordt gebruikt om de bedrijfsinstellingen voor de warmwaterproductie te wijzigen.
Menu-optie
START
WARMWATERTIJD
DOORVERW.TIJD
VERWARMINGSTIJD
DOORV. INTERVAL
DOORV. STOP
INVL. W.W.SENSOR
GEWICHT W. WATER
11.1.2
Submenu WARMTEPOMP
Tabel 9.
Wordt gebruikt om de bedrijfsinstellingen van de warmtepomp te wijzigen.
Menu-optie
INTEGRAAL A1
HYSTERESIS
MAX RETOUR
STARTINTERVAL
ALARM BRINE
DRUKLEIDING
SHUNTTIJD
SHUNT KOELING
Betekenis
Starttemperatuur voor warmwaterproductie. Toont de actuele gew-
ogen warmwatertemperatuur. Tussen haakjes wordt de starttem-
peratuur aangegeven. (
Tijd voor warmwaterproductie tijdens gecombineerde vraag naar
warm water en verwarming, in minuten weergegeven.
Tijd in uren dat aan de legionella-eis moet zijn voldaan om de legion-
ellafunctie als gereed te beschouwen.
Tijd voor verwarmingsproductie tijdens gecombineerde vraag naar
verwarming en warm water, in minuten weergegeven.
Tijdsinterval tussen doorverwarming (anti-legionellafunctie) in
dagen. Er moet een bedrijfsmodus zijn geselecteerd die bijverwarm-
ing toelaat.
Stoptemperatuur voor doorverwarming. Er moet een bedrijfsmodus
zijn geselecteerd die bijverwarming toelaat.
De invloed van de warmwatersensor ten opzichte van die van de
pieksensor bij de start van de warmwaterproductie.
De berekende waarde van de warmwatersensor gericht op de piek-
sensor.
Betekenis
De integraalwaarde voor het starten van de warmtepomp.
Zie Belangrijke parameters voor meer informatie.
Als het verschil tussen de werkelijke aanvoerleidingtemperatuur
en de berekende aanvoerleidingtemperatuur te groot is, wordt de
integraalwaarde op de startwaarde A1 ingesteld (de warmtepomp
start) of wordt de waarde op 0 ingesteld (de warmtepomp stopt).
Stoptemperatuur bij hoge retour vanuit het verwarmingssysteem. 55°C
Minimale tijdsinterval tussen twee starts van de warmtepomp, in
minuten weergegeven.
Geeft een alarm als de uitgaande brinetemperatuur onder de
ingestelde waarde komt.
Sensor op de heetgasleiding van de compressor. De waarde tus-
sen haakjes geeft de toegestane maximumtemperatuur aan. Als
deze waarde wordt overschreden, zal de compressor stoppen en
pas weer starten als de temperatuur gezakt is. Er wordt geen alarm
weergegeven op de display, maar er staat wel een vierkant in de
hoek linksonder op het displayscherm.
Tijd in seconden. Geeft aan hoe vaak de shunt zijn opening moet
bijstellen.
De koelshunt werkt naar de ingestelde temperatuur toe.
= geen sensoralarm)
Fabrieksinstelling
(interval:
, 30°C / 55°C)
20M
(interval: 5M / 40M)
0M
(interval: 1M / 10M
20M
(interval: 5M / 40M)
7D
(interval:
, 1D / 90D)
60°C
(interval: 50°C / 65°C)
65%
(interval: 0% / 100%)
-
Fabrieksinstelling
-60°min
(interval: -250°min / -5°min)
12°C
(interval: 1°C / 15°C)
(interval: 30°C / 70°C)
20M
(interval: 10M / 30M)
(interval:
, -14°C / 10°C)
140°C
60S
(interval: 10S / 99S
18°C
(interval: 0°C / 30°C)
Installatiehandleiding VMGFB210 – 31
Advertenties
Inhoudsopgave
