Pagina 2
Als deze instructie niet wordt gevolgd bij installatie en service, is de aansprakelijkheid van Danfoss A/S krachtens de geldende garantiebepalingen niet langer bindend. Danfoss A/S behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande mededeling wijzi- gingen aan te brengen in details en specificaties.
Inhoudsopgave Over de handleiding................. 3 Inleiding..................... 3 Symbolen..................3 Terminologie..................3 Belangrijke informatie..............4 Koudemiddel................... 4 Geluid en trillingen................ 5 Informatie warmtepomp..............9 Afmetingen en onderdelen............9 Leidingaansluitingen..............10 Benodigde ruimte voor service..........10 Technische gegevens..............11 Gaten voor brineleidingen............13 Uitpakken en plaatsen..............
Over de handleiding Inleiding De installatiehandleiding begint met een beschrijving van warmtepompgegevens. De installatiehandleiding bevat verderop instructies in een logische volgorde met betrekking tot het uitpakken, de installatieprocedure en het con- troleren van de installatie. Verwijzingen naar hoofdstukken en secties binnen de handleiding worden cursief aangegeven, bijvoorbeeld: Over de handleiding.
Belangrijke informatie Voorzichtig! Plaats de warmtepomp op een vorstvrije locatie! Voorzichtig! De installatie mag alleen in bedrijf worden gesteld als het verwarmingssysteem is gevuld en ontlucht. Anders kan de circulatiepomp beschadigd raken. Voorzichtig! Als de elektromonteur zijn aansluitingen wil testen voordat het bovenstaande is uitgevoerd, mag dat alleen nadat ervoor is gezorgd dat de warmtepomp, de elektrische boiler, de compressor en de hitteschilden zijn uitgeschakeld.
Waarschuwing! Gevaar voor persoonlijk letsel! Als koudemiddel wordt blootgesteld aan een open vlam, komt er een giftig en irriterend gas vrij. Dit gas kan worden herkend aan de geur, ook bij concentraties onder de toegestane grenswaarde. Evacueer het betreffende gebied totdat het zorgvuldig geventileerd is. Waarschuwing! Gevaar voor persoonlijk letsel! Personen met vergiftigingssymptomen door de damp moeten direct naar de frisse lucht gaan of ernaartoe worden gebracht.
Om geluidsoverlast door de ophanging van leidingen te voorkomen, gebruikt u met rubber beklede klemmen om te voorkomen dat trillingen worden doorgegeven. De montage mag echter niet te star zijn en de rubberen klem mag daarom niet te strak zitten. Afbeelding 1.
Pagina 9
af om de leidingen op te veel punten op te hangen, omdat er dan niet voldoende kracht op iedere bevestiging staat. Afbeelding 5. Elastische ophanging van leidingen. • Als de warmtepomp binnenshuis wordt geplaatst en het plafond van de ruimte te zwak is of om andere redenen niet geschikt is voor ophanging van de bovengenoemde leidingbevestigingen, kan het handig zijn om speciale standaarden te plaatsen (of te construeren) op de vloer, waaraan de leidingen kunnen worden opgehangen.
Pagina 10
Voorzichtig! Bij de elektrische installatie mogen alleen permanent aangelegde kabels worden gebruikt. De stroomtoevoer moet kunnen worden geïsoleerd met een meerpolige schakelaar (werkschakelaar) met een minimale contactopening van 3 mm. Raadpleeg voor informatie over de maximale belasting voor extern aangesloten eenheden de elektrische voors- chriften.
Informatie warmtepomp Afmetingen en onderdelen 60 ±10 40 ±10 Afbeelding 6. Afmetingen Legenda Brine uit (vanuit warmtepomp) Warmte retour (retourleiding) Retourleiding heetgaswisselaar Aanvoerleiding heetgaswisselaar Warmtetoevoer (aanvoerleiding) Brine in (naar warmtepomp) Doorvoer voor communicatiekabel Doorvoer voor ing. voeding en sensor Aanvoerleidingsensor Condensor met afvoer voor primaire zijde Verdamper Retoursensor...
Leidingaansluitingen Tabel 2. Aansluitdiameter Grootte Brine Warmte Heetgaswisselaar Solid 20 Solid 26 Solid 35 Solid 42 Bij installatie in kleine ruimtes is het goed om het trekken van leidingen aan de achterkant van de warmtepomp te vereenvoudigen door de leidingen aan te sluiten voordat u de pomp op zijn plek zet. De volgende afbeelding geeft een voorbeeld van hoe de leidingen getrokken kunnen worden.
Afbeelding 9. Ruimte voor service Technische gegevens Tabel 3. Technische gegevens DHP-S Koudemiddel Type R407C R407C R407C R407C Hoeveelheid Testdruk Ontwerpdruk MPa 2,95 2,95 2,95 2,95 Compressor Type Scroll Scroll...
Pagina 14
DHP-S Pressostaten Lage druk 0,08 0,08 0,08 0,08 Bedrijf 2,65 2,65 2,65 2,65 Hoge druk 2,95 2,95 2,95 2,95 Antivriesmiddel Ethyleengly- Ethyleengly- Ethyleengly- Ethyleengly- col/ Ethanol col/ Ethanol col/ Ethanol col/ Ethanol Gewicht De metingen zijn verricht voor een beperkt aantal warmtepompen. De resultaten kunnen daarom variëren. Toleranties in de meetmethoden kunnen eveneens leiden tot variaties.
Gaten voor brineleidingen Voorzichtig! Zorg ervoor dat u de gaten voor de doorvoerleidingen zo aanbrengt dat er ruimte is voor de overige installaties. Voorzichtig! Voor de brineleidingen zijn aparte doorvoeren door de muur vereist. Als de doorvoeren in de muur onder het hoogste grondwaterpeil liggen, moeten waterdichte doorvoeren worden gebruikt. Het traject voor de brineleidingen moet helemaal worden geïsoleerd;...
Uitpakken en plaatsen De warmtepomp is verpakt in karton en golfkarton en wordt geleverd op een houten pallet. Controleer of de levering volledig is en of er geen beschadigingen zijn. Voorzichtig! Bij verplaatsing van de warmtepomp mogen uitstekende leidingaansluitingen niet worden gebruikt om de warmtepomp op te tillen.
Pagina 17
Legenda Schroeven Frontplaat Afbeelding 12. Demonteer de frontplaat Installatiehandleiding VMGFB210 – 15...
Installatie van leidingen Voorzichtig! Om lekkage te voorkomen, mogen de aansluitleidingen bij het monteren niet gespannen zijn! Let op! Zorg dat de leidingen worden geïnstalleerd volgens de maatschetsen en aansluitschema's. Let op! De installatie van leidingen moet worden uitgevoerd door een erkende installateur. Voorzichtig! Het is belangrijk dat het verwarmingssysteem na installatie wordt ontlucht.
Elektrische installatie Elektrische aansluiting Voorzichtig! De elektrische installatie mag alleen worden uitgevoerd door een erkende elektricien en moet voldoen aan de toepasselijke lokale en landelijke voorschriften. Voorzichtig! Bij de elektrische installatie mogen alleen permanent aangelegde kabels worden gebruikt. De stroomtoevoer moet kunnen worden geïsoleerd met een meerpolige schakelaar (werkschakelaar) met een minimale contactopening van 3 mm.
Aansluiting pomp heetgas Sluit de pomp heetgas aan op de hiervoor bedoelde klemmenstroken. De spanning is 230 VAC. De pomp is bedoeld voor plaatsing buiten de behuizing van de warmtepomp en moet worden aangesloten met flexibele slangen. Deze pomp draait parallel aan de compressor. Zie de aparte handleiding voor de elektrische voorschriften.
7.11 Conversietabel voor sensoren Voorzichtig! Bij weerstandsmeting van de sensoren moeten eerst de sensorkabels worden losgemaakt van de regelapparatuur. Tabel 4. Utegivare Tabel 5. övriga givare °C ohm, Ω °C kilo-ohm, kΩ 1884 66,3 1443 52,4 1115 41,8 33,5 27,1 22,0 18,0 14,8...
Testen Let op! Lees de veiligheidsvoorschriften! Voorzichtig! De installatie mag alleen in bedrijf worden gesteld als het verwarmingssysteem, de boiler en het brinesysteem zijn gevuld en ontlucht. Anders kunnen de circulatiepompen beschadigd raken. Voorzichtig! Bij eventuele alarmmeldingen die kunnen optreden in verband met de installatie moet u storingzoeken.
Indien er een externe boiler is geïnstalleerd, controleert u ook: • Driewegklep 8.1.3 Brinesysteem • Expansie-/ontluchtingsvat op retourleiding • Veiligheidsklep voor expansievat (3 bar) • Bijvulkoppeling op retourleiding • Isolatie door buitenmuur • Overige isolatie brine • Ontluchting brine • Inspectie lekkage Handmatige test Voer een test uit en controleer tegelijkertijd of de onderdelen werken.
8.2.3.1 Circulatiepompen handmatig starten Als de circulatiepomp niet start, moet u deze mogelijk als volgt op gang helpen: Afbeelding 15. Plaatsing ontluchtingsschroef Bij het ontluchten van de circulatiepomp kan er water in aanraking komen met elektrische onderdelen. Bescherm daarom het elektrische paneel tegen water. Draai de ontluchtingsschroef aan de voorzijde van de pomp los en verwijder deze.
Legenda Let op! Heet! Afbeelding 16. drukleiding moet tij- dens bedrijf warm worden Controleer of: • de compressor in de juiste richting draait door vóór het starten van de compressor met uw hand aan de drukleiding te voelen. De leiding is dan koud. Voel na enige tijd opnieuw om te kijken of de drukleiding goed heet wordt.
Opstarten Aan verwarmingssysteem aanpassen Pas de instellingen voor de warmtepomp aan het betreffende verwarmingssysteem aan, bijvoorbeeld voor systemen met vloerverwarming of radiatoren. De temperatuurdelta over de warmtepomp moet minimaal 8°C bedragen. De temperatuurdelta aan de brinezijde moet 3–5°C bedragen. Als geen van de temperatuurdelta's wordt bereikt, moet mogelijk de flow van de circulatiepompen worden aangepast, afhankelijk van het betreffende verwarmingssysteem.
Frontplaat monteren Legenda Schroeven Frontplaat Afbeelding 17. Monteer de frontplaat Voorzichtig! Zorg ervoor dat u de frontplaat of de kabels van de display niet beschadigt! Monteer de frontplaat op de volgende wijze: Leid het bovenste deel van de frontplaat (2) in de beide zijgleuven aan de bovenkant van de eenheid en schuif hem voorzichtig omlaag tot hij de gehele voorkant bedekt.
Menu-informatie De menubeschrijving heeft betrekking op software met versie 1.3 De warmtepomp heeft een ingebouwd regelsysteem dat wordt gebruikt om automatisch de warmtevraag te bere- kenen in het huis waar de warmtepomp is geïnstalleerd en om te controleren of de juiste hoeveelheid warmte wordt geproduceerd en afgegeven wanneer dat nodig is.
Het menu SERVICE wordt gebruikt bij installatie en service, met een heleboel instellingen, zie de Installatiehandleiding. Afbeelding 19. De menu's zijn te openen door op diverse knoppen te drukken. Nummer Beschrijving Informatiemenu Druk op de linker- of rechterknop Servicemenu Houdt de linkerknop minimaal vijf seconden ingedrukt U kunt het menu INFORMATIE openen door op de linker- of rechterknop te drukken.
Pagina 31
Menu Submenu Submenu Submenu INTEGRAAL A1 HYSTERESIS MAX RETOUR STARTINTERVAL ALARM BRINE DRUKLEIDING BUITEN STOP SHUNTTIJD SHUNT KOELING BIJVERWARM. MAX STAP INTEGRAAL A2 HYSTERESIS MAX STROOM WARMWATER STOP VERTR. NA EVU EXT. BIJVERWARMIMG EXT. BIJVERWARMIMG INTEGRAAL A3 UITSCH.VERTRAG. VXV WARMWATER DOORV.
Pagina 33
11.1.1 Submenu WARMWATER Tabel 8. Wordt gebruikt om de bedrijfsinstellingen voor de warmwaterproductie te wijzigen. Menu-optie Betekenis Fabrieksinstelling START Starttemperatuur voor warmwaterproductie. Toont de actuele gew- ogen warmwatertemperatuur. Tussen haakjes wordt de starttem- (interval: , 30°C / 55°C) peratuur aangegeven. ( = geen sensoralarm) WARMWATERTIJD Tijd voor warmwaterproductie tijdens gecombineerde vraag naar...
Pagina 34
11.1.3 Submenu BIJVERWARM. Tabel 10. Wordt gebruikt om de bedrijfsinstellingen van de bijverwarming te wijzigen. Menu-optie Betekenis Fabrieksinstelling MAX STAP Maximale aantal toegestane stappen voor bijverwarming. = geen bijverwarming toegestaan (betekent dat alleen bedrijfsmodi AUTO, WARMTEPOMP of [symbool] kunnen wor- (interval: den gekozen en dat de anti-legionellafunctie niet mogelijk is).
Pagina 35
Menu-optie Betekenis Fabrieksinstelling VXV WARMWATER Geeft aan of INT / EXT de drieweg- klep voor warm water vóór of achter de externe bijverwarm- ing is geplaatst. (Bepaalt of de externe bij- verwarming warm water mag maken.) TOPVERW. EXT.BV Geeft aan of AAN / UIT externe bij- verwarming...
11.1.5 Submenu INSTALLATIE Tabel 12. Wordt gebruikt voor instellingen die bij de installatie worden verricht. Menu-optie Betekenis Fabrieksinstelling SYSTEEM Submenu SERVICE -> INSTALLATIE -> SYSTEEM: Let op! De menu-opties in het menu SYSTEEM variëren afhankelijk van de gekozen waarden. Tip: begin in het bovenste menu en werk dan naar beneden. Menu-optie Betekenis WARMTEBRON...
Menu-optie Betekenis Fabrieksinstelling KALIBR. SEN- In de installatie kunnen de volgende sensoren zitten: 0 (interval: -5°C / 5°C) BUITEN 0 (interval: -5°C / 5°C) AANV.LEIDING 0 (interval: -5°C / 5°C) RETOURLEIDING 0 (interval: -5°C / 5°C) WARMWATER 0 (interval: -5°C / 5°C) KOUDEM.1 0 (interval: -5°C / 5°C) KOUDEM.2...
Pagina 39
11.2.2 STOOKLIJN Op de display wordt de waarde voor STOOKLIJN weergegeven via een grafiek op het displayscherm. Stel de warm- stooklijn in door de waarde voor STOOKLIJN te wijzigen. De waarde voor STOOKLIJN geeft aan welke aanvoerlei- dingtemperatuur er naar het verwarmingssysteem moet worden verzonden bij een buitentemperatuur van 0°C. -2 0 Afbeelding 20.
Pagina 40
De meest energiezuinige en kostenbesparende instelling krijgt u door de STOOKLIJN-waarde te wijzigen die leidt tot minder starts en langere bedrijfstijden, maar tegelijkertijd een constante binnentemperatuur aanhoudt. Een tijdelijke stijging of daling kunt u bijstellen met de KAMER-waarde. 11.2.3 KAMER Als u de binnentemperatuur tijdelijk wilt verhogen of verlagen, wijzigt u de KAMER-waarde.
Pagina 41
in de zomertijd, als er geen verwarming nodig is, worden ingesteld op 22-25°C. Dit om een aangename vloertem- peratuur te realiseren. In huizen met kelder moet de MIN-temperatuur worden ingesteld op een geschikte temperatuur om te voorkomen dat het binnenklimaat 's zomers in de kelder onprettig aanvoelt. Een voorwaarde om warmte in de kelder te houden in de zomer is dat alle radiatoren over thermostaatkleppen beschikken die de warmte in de rest van het huis uit- schakelen.
Legenda INTEGRAAL A2 Warmtetekort Tijd Warmtepomp in bedrijf Buiten bedrijf Compressor Interne bijverwarming Compressor start (A1) Bijverwarming start A2 Bijverwarming stopt (uiterlijk bij A1) Compressor stopt (=0) INTEGRAAL A3 Externe bijverwarming De berekening van de integraalwaarde stopt tijdens warmtestop. De berekening van de integraalwaarde wordt hervat als warmtestop geëindigd is.
Pagina 43
Nummer Beschrijving Tijd Compressor stopt (0) Compressor start (-60) Hysteresis (Δt) ≥ x Hysteresis (Δt) ≥ x Installatiehandleiding VMGFB210 – 41...
Referenties Installatie van leidingen Datum ............Bedrijf ............Naam ............Tel.nr............Elektrische installatie Datum ............Bedrijf ............Naam ............Tel.nr............Afstelling van het systeem Datum ............Bedrijf ............Naam ............Tel.nr............42 – Installatiehandleiding VMGFB210...