Als de spanning van de tussenkring (UDC) hoger
is dan de waarde van Overspanningsbegrenzing
voor de inverter, wordt de frequentieomvormer
uitgeschakeld totdat de UDC weer onder de
overspanningbegrenzing daalt.ALs de UDC boven
de overspanningsbegrenzing blijft, wordt de inverter
na een bepaalde periode uitgeschakeld. De duur
van deze periode hangt af van de eenheid en is
ingesteld op 5 - 10 s. Er kan zich een overspanning
in de UDC voordoen als de motorfrequentie te snel
wordt gereduceerd als gevolg van een te korte
uitlooptijd. Als de inverter wordt uitgeschakeld,
wordt een uitschakelreset gegenereerd. Opmerking:
Waarschuwing hoge spanning (waarschuwing 5)
kan dus ook een alarm 7 veroorzaken.
WARNING/ALARM 8: Undervoltage
Als de spanning van de tussenkring (UDC) lager is dan
de waarde van Onderspanningsbegrenzing voor de
inverter, wordt de inverter uitgeschakeld totdat de UDC
weer boven de onderspanningsbegrenzing stijgt.Als
de UDC onder de onderspanningsbegrenzing blijft,
wordt de inverter na een bepaalde tijd uitgeschakeld.
De duur van deze periode hangt af van de eenheid en
is ingesteld op 2 - 15 s. Er kan zich een onderspanning
voordoen wanneer de aangesloten netspanning te laag
is. Controleer of de voedingsspanning geschikt is voor
de frequentieomvormer, zie Technische gegevens. Als
de frequentieomvomer wordt uitgeschakeld, wordt
een alarm 8 (en alarm 6) kort weergegeven en wordt
er een uitschakelreset gegenereerd. Opmerking:
Waarschuwing lage spanning (waarschuwing 6)
kan dus ook een alarm 8 veroorzaken.
WARNING/ALARM 9: Inverter overload
De elektronische thermische beveiliging van de
inverter meldt dat de frequentie-omvormer op het
punt van uitschakeling staat wegens overbelasting
(te hoge stroom voor te lange tijd). De teller voor
de elektronische thermische bescherming van de
inverter geeft een waarschuwing op 98% en schakelt
uit op 100%, terwijl deze een alarm geeft. De
frequentieomvormer kan niet gereset worden totdat
de teller onder de 90% is gezakt. De fout is dat de
frequentieomvormer voor te lange tijd te sterk is belast.
WARNING/ALARM 10: Motor overbelast
De elektronische thermische beveiliging van de inverter
meldt dat de motor te warm is. In parameter 128
kan geselecteerd worden of de frequentieomvormer
een waarschuwing of een alarm moet geven
wanneer de teller 100% bereikt. Deze fout treedt
op doordat de motor gedurende een te lange tijd
100% belast is. Controleer of de motorparameters
102-106 correct zijn ingesteld.
64
AKD 2800
WARNING/ALARM 11: Motor thermistor
De motor is te warm of de thermistor/thermis-
toraansluiting is uitgeschakeld. In parameter 128
Thermische motorbeveiliging kan gekozen worden
of de frequentieomvormer een waarschuwing of een
alarm moet geven. Controleer of de PTC-thermistor
correct is aangesloten tussen klem 18, 19, 27 of 29
(digitale ingang) en klem 50 (+ 10 V voeding).
WARNING/ALARM 12: Stroombegrenzing
De uitgangsfrequentie is hoger dan de waarde
in parameter 221 Stroombegrenzing I
frequentie-omvormer wordt uitgeschakeld na
de periode die is ingesteld in parameter 409
Uitschakelingsvertraging overstroom.
WARNING/ALARM 13: Overcurrent
De piekstroombegrenzing van de inverter (circa 200%
van de nominale uitgangsstroom) is overschreden.
De waarschuwing zal ongeveer 1-2 seconden
aanhouden, waarna de frequentieomvormer
uitschakelt terwijl deze een alarm geeft. Schakel de
frequentie-omvormer uit en controleer of de motoras
gedraaid kan worden en of de maat van de motor
geschikt is voor de frequentieomvormer.
ALARM 14: Aardfout
Er is een ontlading van de uitgangsfasen naar de
aarde, of in de kabel tussen de frequentieomvormer
en de motor of in de motor zelf. Schakel de
frequentieomvormer uit en herstel de aardfout.
ALARM 15: Fout schakelmodus
Fout in de schakelmodus van de voeding
(interne voeding). Neem contact op met uw
Danfoss-leverancier.
ALARM: 16: Kortsluiting
Er is kortsluiting op de motorklemmen of in de
motor zelf. Ontkoppel de frequentieomvormer van
de netvoeding en hef de kortsluiting op.
WARNING/ALARM 17: Seriële communicatie
onderbreking
Er is geen seriële communicatie met de
frequentieomvormer. De waarschuwing is alleen actief
wanneer parameter 514 Bus-onderbrekingsfunctie
anders is ingesteld dan op OFF. Als parameter 514
Bus-onderbrekingsfunctie is ingesteld op Stop en
uitschakelen [5], zal eerst een waarschuwing worden
gegeven waarna een uitloop tot uitschakeling volgt,
terwijl een alarm wordt gegeven. Parameter 513
Bus-onderbreking kan mogelijk worden verhoogd.
WARNING 33: Out of frequency range
en de
LIM
MG.28.H2.10 -