AKD 2800
Elektrische aansluiting, stuurkabels
Stuurkabels moeten zijn afgeschermd/gewapend.
De afscherming moet met behulp van een klem op
het chassis van de frequentie-omvormer worden
aangesloten. In de regel moet de afscherming
ook op het chassis van de besturingseenheid
worden aangesloten (volg de aanwijzingen voor de
desbetreffende eenheid). Bij zeer lange stuurkabels
en analoge signalen kunnen in zeldzame gevallen,
afhankelijk van de installatie, aardlussen van 50/60
Hz voorkomen als gevolg van ruis die door de
netvoedingskabels wordt doorgegeven. Bij een
dergelijke aansluiting kan het nodig zijn de afscherming
te doorbreken en een condensator van 100 nF tussen
de afscherming en het chassis te voegen.
MG.28.H2.10 -
59