Belasting en motor
100 Configuratie
(CONFIGURATIE)
Waarde:
Snelheidsregeling, open loop
(SPEED OPEN LOOP)
Procesregeling, gesloten regelkring
(PROCESS GESLOTEN REGELKRING)
Functie:
Deze parameter wordt gebruikt voor het kiezen van de
configuratie waarvoor de frequentie-omvormer moet
worden aangepast. Dit maakt aanpassing aan een
bepaalde applicatie gemakkelijk, omdat de parameters
die niet in de desbetreffende configuratie worden
gebruikt, niet zichtbaar (niet actief) zijn.
Beschrijving van de keuze:
Als Snelheidsregeling, open loop [0] geselecteerd
wordt, verkrijgt men een normale snelheidsregeling
(zonder terugkoppelingssignaal) met automatische
belasting- en slipcompensatie, zodat men
verzekerd is van een constante snelheid bij
wisselende belastingen. De compensaties zijn
actief, maar kunnen zo nodig gedeactiveerd
worden in parameter 134 Belastingscompensatie
en parameter 136 Slipcompensatie.
Als Procesregeling, gesloten regelkring [3] wordt
geselecteerd, wordt de interne procesregelaar
geactiveerd, waardoor nauwkeurige regeling van een
proces in relatie tot een bepaald processignaal mogelijk
is. Het processignaal kan worden ingesteld in de
gegeven proceseenheid of als een percentage. Er
moet een terugkoppelingsignaal worden toegevoegd
van het proces en de procesregelaar moet worden
ingesteld in parametergroep 400 S peciale functies.
Procesregeling, gesloten regelkring is niet actief als een
DeviceNet-kaart is geìnstalleerd en Instance 20/70 of
21/71 wordt gekozen in parameter 904 Instance-typen.
101 Koppelkarakteristiek
(TORQUE CHARACT)
Waarde:
Constant koppel
(CONSTANT TORQUE)
Variabel koppel hoog
(TORQUE: HIGH)
Variabel koppel hoog met CT-start
( VT HIGH CT START)
Speciale motormodus
= fabrieksinstelling. () = display-tekst [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seriële communicatiepoort.
20
AKD 2800
(SPECIAL MOTOR MODE)
CT = Constant torque
Functie:
In deze parameter kan het principe voor het
aanpassen van de U/f-verhouding van de
[0]
frequentie-omvormer aan de koppelkarakteristiek
van de belasting worden geselecteerd.
[1]
Beschrijving van de keuze:
Als Constant koppel [1] is geselecteerd, verkrijgt men
een belastingafhankelijke U/f-karakteristiek waarin de
uitgangsspanning en uitgangsfrequentie verhoogd
worden bij een toename in de belasting, om constante
magnetisering van de motor te handhaven.
Selecteer Variabel koppel hoog [2] als de belasting
kwadratisch is (centrifugaalpompen, ventilatoren).
Selecteer Hoog met CT-start [3] als een hoger
aanloopkoppel vereist is dan verkregen kan worden
met de drie eerstgenoemde karakteristieken.
NB!:
Belasting- en slipcompensatie zijn niet
actief als variabel koppel of speciale
motormodus is geselecteerd.
Selecteer Speciale motormodus [4], als er een speciale
U/f-instelling vereist is voor aanpassing aan de
huidige motor. De knikpunten worden ingesteld in de
parameters 4 23-428 Spanning/frequentie.
Selecteer Constant koppel [1] voor gebruik met
compressoren. Selecteer Variabel koppel hoog [2] voor
gebruik met watergekoelde ventilatoren of pompen.
Gebruik Speciale motormodus [4] als er meerdere
ventilatoren parallel zijn aangesloten.
NB!:
Indien een waarde die is ingesteld in de
naamplaat parameters 102-106 veranderd
wordt, zal er automatisch een verandering
plaatsvinden van parameter 108 Statorweerstand
en 109 Statorreactantie.
102 Motorvermogen, P
(MOTOR POWER)
[1]
Waarde:
0,25-22 kW
[2]
Functie:
[3]
Hier moet een vermogenswaarde [kW] P
ingesteld overeenkomstig het nominale vermogen van
[4]
M,N
Afhankelijk van de eenheid
worden
M,N
MG.28.H2.10 -