Het apparaat instellen voor het
verzenden van faxen
Aanwijzingen voor het invoeren van informatie
De informatie over de afzender die u invoert in het apparaat, wordt als koptekst weergegeven
boven aan elke pagina die u naar de ontvanger stuurt.
Datum en tijd
30/06 2008 15:50 FAX 123XXXXXXX
OPMERKING
U kunt pas een fax verzenden nadat u uw faxnummer, apparaatnaam en de huidige datum en tijd in het apparaat hebt
opgeslagen.
Informatie invoeren
Gebruik de volgende toetsen om informatie op het apparaat in te voeren.
[
]
[
]
[OK]
13
Fax-/telefoonnummer
Apparaatnaam
CANON
#
[
]
[
]
[Clear]
(Wissen)
Numerieke toetsen
Paginanummer
● Gebruik de numerieke toetsen om
tekens in te voeren. Druk herhaaldelijk
op de numerieke toets totdat het
gewenste teken verschijnt.
● Druk op [#] om symbolen in te voeren.
● Druk op [ ] om van invoermodus te
wisselen:
– [:A]: lettermodus (hoofdletters)
– [:a]: lettermodus (kleine letters)
– [:1]: cijfermodus
● Druk op [
] om de cursor naar rechts
te verplaatsen.
● Druk op [Clear] (Wissen) of [
het teken voor de cursorpositie te
verwijderen. Houd [Clear] (Wissen)
ingedrukt om de gehele invoer te
verwijderen.Als u op [
(Wissen) drukt om de apparaatnaam in
te voeren, wordt de cursor naar links
verplaatst en wordt het teken op die
positie gewist.
● Druk op [OK] om de invoer te
bevestigen.
0001
] om
] en [Clear]