E-5
ECG-analysesysteem
categorie
specificaties
functie
Beoordeelt de impedantie van de zelfklevende elektroden voor een juist contact
met de huid van de patiënt en beoordeelt het ECG-ritme en de kwaliteit van het
signaal om vast te stellen of een schok dient te worden aanbevolen.
schokbare ritmen
Ventrikelfibrillatie (VF) en sommige vormen van ventrikeltachycardie die
verband houden met gebrek aan bloedsomloop, waaronder ventrikelflutter en
polymorfe ventrikeltachycardie (VT). De HeartStart gebruikt diverse
parameters om te bepalen of een ritme schokbaar is.
NB: Omwille van de veiligheid van de patiënt worden bepaalde ritmen met zeer lage
amplitude of lage frequentie soms niet geïnterpreteerd als schokbare VF-ritmen. Ook is
het mogelijk dat bepaalde VT-ritmen die normaliter verband houden met
bloedsomloop niet als schokbare ritmen kunnen worden geïnterpreteerd.
niet-schokbare ritmen
SMART Analysis dient voor detectie van niet-schokbare ritmes volgens de
definitie van AHA/AAMI DF-80. Zie onderstaande tabel. Na detectie van een
niet-schokbaar ritme instrueert de HeartStart de gebruiker om zo nodig
basisreanimatie uit te voeren.
detectie van pacemaker
Het pacemakerartefact wordt uit het signaal verwijderd voor de analyse van het
ritme.
E
detectie van artefact
Als er elektrische ruis (artefact) wordt aangetroffen die nauwkeurige
ritmeanalyse stoort, wordt de analyse uitgesteld totdat het ECG-signaal weer
'schoon' is.
analyseprotocol
Afhankelijk van het resultaat van de analyse bereidt de defibrillator zich voor op
schokafgifte of wordt een pauze ingelast. Zie voor nadere informatie over het
protocol bijlage F: 'Configuratie'.