2-2
HEARTSTART M5067A
3.
Steek de cassette in de cassetteopening aan de voorkant van de defibrillator.
Als de cassette goed ingestoken is, hoort hij op zijn plaats te klikken. Het
groene TREKKEN-handvat moet helemaal omlaag staan.
NB: Om te voorkomen dat de kleefgel van de elektrode uitdroogt, moet u
wachten met het openen van het harde deksel of het verwijderen van het
afdichtfolie van de cassette totdat u gereed bent voor gebruik van de elektroden.
4.
Haal de batterij uit de verpakking. Plaats hem in de batterijruimte aan de
achterkant van de defibrillator.
5.
De HeartStart voert automatisch een zelftest uit zodra de batterij
geïnstalleerd wordt. Druk op de knipperende schokknop als daarom gevraagd
wordt. Nadat de zelftest voltooid is, meldt de defibrillator de status en wordt
u gevraagd op de groene aan/uit-knop te drukken als er een noodgeval is.
(Druk niet op de groene knop, tenzij er van een werkelijke noodsituatie sprake is.)
Vervolgens gaat de defibrillator uit en komt hij stand-by te staan. Het groene
Klaar-lampje knippert om aan te geven dat de HeartStart gereed is voor
*
gebruik.
NB: Berg de HeartStart altijd op met een elektrodecassette en een batterij
geïnstalleerd zodat hij klaar is voor gebruik en de dagelijkse zelftests kan
verrichten.
* Zolang er een batterij geïnstalleerd is, komt de HeartStart in stand-by te staan als u hem
uitzet, wat betekent dat hij klaar is voor gebruik.