Papierformaat (Paper Size)
Selecteer de grootte van het item dat u wilt scannen.
Wanneer u Aangepast (Custom) selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waarin u het
papierformaat kunt opgeven. Selecteer een Eenheid (Unit), voer de Breedte (Width) en Hoogte
(Height) in en klik vervolgens op OK.
Opmerking
• Klik op Standaard (Defaults) om de opgegeven instellingen te herstellen naar de
standaardinstellingen.
Resolutie (Resolution)
Selecteer de resolutie van het item dat u wilt scannen.
Hoe hoger de resolutie (waarde), hoe gedetailleerder de afbeelding.
Resolutie
Gescande afbeeldingen bij het overbrengen comprimeren (Compress scanned images upon
transfer)
Comprimeert gescande afbeeldingen wanneer deze worden overgebracht naar een computer. Dit is
handig als uw scanner of printer en computer via een langzame interface zijn aangesloten zoals
USB1.1 of een netwerk.
Instellingen voor het verwerken van afbeeldingen (Image Processing Settings)
Klik op
(pijl naar rechts) om het volgende in te stellen.
Belangrijk
• Wanneer Kleurenmodus (Color Mode) staat ingesteld op Zwart-wit (Black and White) is
Instellingen voor het verwerken van afbeeldingen (Image Processing Settings) niet
beschikbaar.
Contouren scherper maken (Sharpen outline)
Versterkt de contouren van onderwerpen om de afbeelding scherper te maken.
(2) Gebied Instellingen opslaan
Bestandsnaam (File Name)
Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan. Wanneer u een bestand opslaat,
worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd in de indeling
"_20XX0101_0001".
Gegevensindeling (Data Format)
Selecteer de gegevensindeling waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen.
U kunt JPEG/Exif, TIFF of PNG selecteren.
361