Faxinstellingen
In dit gedeelte worden de instellingen van Faxinstellingen (Fax settings) beschreven.
Handmatige inst. (Easy setup)
Registratie telnr. (TEL no. registration)
Gebruikersinst. fax (FAX user settings)
Geavanc. faxinstell. (Adv. FAX settings)
Autom. afdrukinstell. (Auto print settings)
Beveiligingsbeheer (Security control)
Opmerking
• Voordat u deze instellingen wijzigt, kunt u de huidige instellingen controleren door de LIJST
GEBRUIKERSGEGEVENS (USER'S DATA LIST) af te drukken.
Overzicht van rapporten en lijsten
Handmatige inst. (Easy setup)
Het apparaat moet zijn ingesteld op basis van uw telefoonlijn en het gebruik van de faxfunctie. Volg de
procedure volgens de instructies op het LCD-scherm.
Opmerking
• U kunt de instellingen afzonderlijk opgeven of u kunt geavanceerde instellingen opgeven.
Meer informatie over het opgeven van de instelling:
Het faxen voorbereiden
Registratie telnr. (TEL no. registration)
U kunt het fax-/telefoonnummer van de ontvanger registreren op het apparaat.
Ontvangers registreren met het bedieningspaneel van het apparaat
Gebruikersinst. fax (FAX user settings)
• Registr. toestelnr. (Unit TEL no. registr.)
Hiermee kunt u het fax-/telefoonnummer instellen dat wordt afgedrukt op verzonden faxen.
Gebruikersinformatie registreren
• Regist. toestelnaam (Unit name registr.)
Hiermee kunt u uw naam afdrukken op verzonden faxen.
Gebruikersinformatie registreren
• Type telefoonlijn (Telephone line type)
Hiermee stelt u het type telefoonlijn van het apparaat in.
Het telefoonlijntype instellen
156