PROBLEEMOPLOSSING
De volgende tabel bevat een lijst met veelvoorkomende symptomen van problemen, de mogelijke oorzaak
en wat u kunt doen om het probleem te verhelpen. Zie de gebruikershandleiding (beschikbaar op www.
defibtech.com) voor gedetailleerde uitleg over hoe u de correctieve maatregelen moet implementeren.
Als u de eenheid een melding wilt laten geven van wat de hoofdoorzaak van het probleem is, schakelt
u de AED in en weer uit door ongeveer twee seconden de Aan/uit-knop ingedrukt te houden. Bij het
uitschakelen moet de eenheid een gesproken instructie geven met informatie over de oorzaak van het
probleem. Gebruik het onderstaande schema om vast te stellen welke herstelmaatregel u kunt nemen
op basis van de gesproken instructie van de eenheid.
Als de eenheid nog steeds niet werkt, kunt u contact opnemen met Defibtech voor onderhoud
(zie de paragraaf "Contactgegevens" op pagina 30).
Symptoom
Batterij niet geplaatst
Eenheid schakelt niet in
Batterij leeg of heeft service nodig
Apparaat heeft service nodig
Batterij is leeg
Eenheid schakelt direct uit
Apparaat heeft service nodig
Apparaat heeft mogelijk service
nodig
ASI knippert rood en/of de
eenheid "piept" geregeld
Batterij niet functioneel
Defibrillatie-elektroden zijn niet
vooraf aangesloten op het apparaat
Batterij niet geplaatst
ASI knippert helemaal niet
Batterij is bijna leeg of heeft
terwijl de eenheid stand-by
service nodig
staat (uitgeschakeld)
Apparaat heeft service nodig
Meldingen "Test Inschakelen
Apparaat heeft service nodig
Mislukt, Service Code 'xxxx'"
Meldingen "Batterij Test
Batterij leeg of heeft service nodig
Mislukt, Service Code 'xxxx'"
Melding
Apparaat heeft service nodig
"Service Noodzakelijk"
Melding
Het batterijpak is zo goed als leeg
"Vervang Batterij Direct"
Melding "Batterij Bijna Leeg"
Het batterijpak begint leeg te raken
Batterijpak wordt niet aanbevolen
Melding
voor gebruik met deze eenheid
"Batterij type onbekend"
(zie pagina 15 bovenaan).
20
DAC-E571-NL-DA
Mogelijke oorzaak
Correctieve handeling
Plaats batterij
Vervang de batterij of bel voor
service
Bel voor service
Vervang de batterij
Bel voor service
Schakel de eenheid aan en weer uit
door ongeveer twee seconden de
Aan/uit-knop ingedrukt te houden;
maak een aantekening van wat de
gesproken instructie aangeeft en
vraag zo nodig om onderhoud
Vervang de batterij
Sluit de defibrillatie-elektroden aan
op het apparaat
Plaats batterij
Vervang de batterij of bel voor
service
Bel voor service
Schrijf het codenummer op en bel
voor service
Schrijf het codenummer op en
plaats een nieuw batterijpak
Bel voor service
Het apparaat kan geen schok
toedienen, vervang de batterij
onmiddellijk
Vervang de batterij zo snel mogelijk
Vervang het geplaatste batterijpak
door een aanbevolen batterijpak
Symptoom
Mogelijke oorzaak
Melding
Elektroden niet aangesloten
"Elektroden Ontbreken"
Elektrodenconnector niet
aangesloten
Melding
"Sluit Stekker
Elektrodenconnector is kapot
Elektroden Aan"
De connector van het apparaat
is kapot
Elektroden niet verbonden met
de patiënt
Melding
"Bevestig Elektroden
De elektroden maken geen goed
Op Ontblote Borst
contact met de patiënt
Zoals Afgebeeld"
Elektroden of elektrodenkabel
beschadigd
Droge elektroden
Melding "Slecht Contact
Gedeeltelijke elektrodenaansluiting
Elektroden met Patient"
"Druk Elektroden Stevig
Aan" , "Vervang Elektroden" ,
Elektroden raken elkaar aan
"Geen defibrillatie
elektroden aangesloten" of
"Waarschuwing"
Niet-defibrillatie-elektroden (bijv.
trainingselektroden) aangesloten
Melding
Elektroden raken elkaar aan
"Controleer Elektroden"
Melding
Beweging van de patiënt
"Stop Beweging"
vastgesteld
Melding "Stop Verstoring"
Externe verstoring vastgesteld
Melding
Beweging of interferentie
"Analyse Onderbroken"
vastgesteld
Stop beweging of interferentie
Batterij bijna leeg – onvoldoende
om op te laden
Melding
Hardwarefout
"Schok Geannuleerd"
Slechte verbinding tussen
elektrode en patiënt
Droge elektroden
DDC-kaart is vol
Melding
"Vervang Datakaart"
DDC-kaart werkt niet
Zie de gebruikershandleiding (op www.defibtech.com) voor meer gedetailleerde informatie.
Correctieve handeling
Controleer of de
elektrodenconnector correct en
volledig in het apparaat is geplaatst
Sluit stekker elektroden aan
Vervang de elektroden
Bel voor service
Breng de elektroden aan op
de patiënt
Controleer het contact van
de elektroden met de patiënt
Vervang de elektroden
Vervang de elektroden
Controleer of de elektroden goed
op de patiënt zijn aangebracht
Scheid de elektroden van elkaar en
plaats ze op een correcte manier
op de patiënt
Vervang de niet-defibrillatie-
elektroden door defibrillatie-
elektroden
Scheid de elektroden van elkaar en
plaats ze op een correcte manier
op de patiënt
Zorg ervoor dat de patiënt stopt
met bewegen
Stop externe interferentie
Stop beweging of interferentie
Geen actie vereist
Vervang de batterij
Voer een handmatig gestarte
zelftest uit, stuur de eenheid terug
voor onderhoud
Controleer of de elektroden goed
op de patiënt zijn aangebracht
Vervang de elektroden
Vervang de DDC-kaart door een
kaart die niet vol is
Vervang de DDC-kaart
21
DAC-E571-NL-DA