Flowmeter Proline 400
5.3
Aansluiten van het meetinstrument
WAARSCHUWING
L
Risico van elektrische schokken! Componenten staan onder gevaarlijke spanningen!
‣
Laat elektrotechnische werkzaamheden uitvoeren door opgeleide specialisten.
‣
Houd de geldende nationale/plaatselijke installatievoorschriften aan.
‣
Houd de lokale arbeidsveiligheidsvoorschriften aan.
‣
Let op het aardingsconcept van de installatie.
‣
Monteer of bedraad het instrument nooit terwijl het is aangesloten op de
voedingsspanning.
‣
Sluit, voordat de voedingsspanning wordt ingeschakeld, de randaarde van het
meetinstrument aan.
5.3.1
Aansluiten van de separate uitvoering
WAARSCHUWING
L
Risico van schade aan de elektronische componenten!
‣
Sluit de sensor en de transmitter aan op dezelfde potentiaalvereffening.
‣
Sluit de sensor alleen aan op een transmitter met hetzelfde serienummer.
‣
Aard de aansluitbehuizing van de sensor via de externe aardklem.
De volgende procedure (in de getoonde volgorde) wordt aanbevolen voor de separate
uitvoering:
1.
Monteer de sensor en de transmitter.
2.
Sluit de verbindingskabel voor separate uitvoering aan.
3.
Sluit de transmitter aan.
Aansluiten van de aansluitkabel op de sensoraansluitbehuizing
Promag D
3
Sensor: aansluitmodule
1.
Maak de borgklem van de behuizing los.
Endress+Hauser
3.
5 7 4 37
Elektrische aansluiting
42 41
A0032134
25