Flowmeter Proline 400
5.4
Waarborg de potentiaalvereffening
5.4.1
Inleiding
Een correcte potentiaalvereffening (potentiaal verbinding) is een voorwaarde voor een
stabiele en betrouwbare flowmeting. Onvoldoende of verkeerde potentiaalvereffening kan
resulteren in storingen van het instrument en een veiligheidsrisico veroorzaken.
De volgende voorwaarden moeten worden aangehouden om een correcte, optimale meting te
waarborgen:
• Het medium, de sensor en de transmitter moeten op hetzelfde elektrische potentiaal
moeten zijn aangesloten.
• Houd rekening met de lokale aardrichtlijnen, materialen, aardingsvoorwaarden en
potentiaalomstandigheden van de leiding.
• Elke noodzakelijk verbinding voor de potentiaalvereffening moet worden uitgevoerd met
aardkabels met een minimale diameter van 6 mm
• In geval van separate instrumentuitvoeringen, refereert de aardklem in het voorbeeld altijd
aan de sensor en niet de transmitter.
U kunt accessoires bestellen zoals de aardkabel en aardschijven bij Endress+Hauser:
bedieningshandleiding voor het instrument → 3
Voor instrumenten voor gebruik in explosiegevaarlijke locaties, moeten de instructies in
de Ex-documentatie (XA) worden aangehouden → 3
Gebruikte afkortingen
• PE (Protective Earth): potentiaal op de aardklem van het instrument
• P
(Potential Pipe): potentiaal van de leiding, gemeten aan de flenzen
P
• P
(Potential Medium): potentiaal van het medium
M
5.4.2
Aansluitvoorbeelden voor standaardsituaties
Niet beklede en geaarde metalen leiding
• Potentiaalvereffening via de meetbuis.
• Het medium is aangesloten op aardpotentiaal.
Startomstandigheden:
• Leidingen zijn correct geaard aan beide zijden.
• Leiding zijn geleidend en liggen op hetzelfde potentiaal als het medium
PE = P
7
Promag L, W
Endress+Hauser
=
P
P
M
A0044854
2
2
(0,0093 in
8
Promag D
Elektrische aansluiting
).
PE = P
=
P
P
M
A0045825
31